#321 De gifgroene stinkende kabouter
We lopen over de Meinweg een prachtig natuurgebied op de grens met Duitsland, een uurtje rijden van ons vandaan. De herfst heeft haar intrede gedaan, de bomen pronken met hun kleurige hoofdtooi en onder onze voeten knisperen de dode bladeren. Volop genietend lopen we in stilte door het rulle zand en over boomwortels. Af en toe is het uitkijken dat je er niet over struikelt. Afgezien van de enkeling die hier zijn hond uitlaat zijn er geen andere wandelaars. Opeens dringt er een verschrikkelijke geur van verrotting tot me door en, terwijl ik kijk waar ik mijn voeten zet, zie ik iets gifgroens tussen de wortels van een oude boom. Aangezien alles nu in bruin, geel en roodtinten gehuld is, valt dit extra op. Ik buig me voorover in de veronderstelling dat het een stinkzwam is en schrik, want opeens is er beweging. Twee fonkelende oogjes kijken me aan vanonder een kunstig hoedje van mos. Ik geloof mijn eigen ogen niet: een kabouter!
“Nee, dat ben ik dus niet!” stampt het figuurtje driftig. Het heeft blijkbaar mijn gedachten kunnen lezen.
“Oh, sorry hoor, wat ben je dan?” vraag ik nu wel hardop.
“ik ben Meindert en ik woon hier, maar jij hoort hier niet.”
“Eh, nou? Vanwaar die agressie? Ik snap dat je geschrokken bent, maar eh...”
“Nogal wiedes, je bent zo hoog als een struik, weet niets van ons maar maakt ons belachelijk met die kitscherige beeldjes.”
“Nou nou, ík maak die kitsch niet hoor. Maar hoe kom je daarbij, hier zie je die toch niet?”
“Gelukkig niet! We komen ook wel eens buiten onze biotoop hoor.”
“Ok, nou ja, sorry, ik wilde je niet beledigen maar ik schrok wel van je, ik heb nog nooit een levende Ka… gezien, ik dacht dat het verzinsels waren.”
Hij lijkt even van zijn stuk gebracht, maar herstelt zich dan vlug.
“Je maakte me inderdaad aan het schrikken. Je hebt me niet gezien! Wil je niemand over mij vertellen!”
“Hm, ok. Dat zal niet heel moeilijk zijn. Ik denk niet dat iemand mij gelooft. Mag ik dan wel even een foto van je nemen? Ik zal hem alleen aan mijn man laten zien, die gelooft me anders niet.”
“Haha, je denkt zeker dat ik domme Meintje ben. Wat denk je zelf?”
“Ok, ok, maak je niet druk. Ik had verwacht dat hier in de natuur louter vredelievende figuren leven, dat is weer een illusie minder.”
“Geen wonder als je aan mensen bent overgeleverd! Ik ga er vandoor, je man komt eraan.” En weg is hij. Ik zie niet eens waar naartoe.
Edward heeft niets in de gaten. Hij is gewend dat ik vooruit loop en dan, als ik eraan denk, op hem sta te wachten. Hij ruikt wel iets, hoe kan het ook anders.
“Brr, wat een stank, laten we snel door lopen. Weet je dat wij vroeger dachten dat hier kaboutertjes wonen?” zegt hij, terwijl hij tegen de wortels van de oude boom schopt.
“Een klasgenootje beweerde bij hoog en laag dat hij ze met eigen ogen gezien had, haha.”
“Heerlijk toch, die kinderen en hun fantasie."
Edwards klasgenootje heeft…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Edwards klasgenootje heeft destijds ook van die 'Meinwalder' paddenstoeltjes gegeten waar jij zo verzot op bent en die Edward maar niks vindt...
Haha, Katja, wat een leuk…
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Haha, Katja, wat een leuk verhaal! Goede dialoog, met een bij deze tijd passende vocabulaire van Meindert de ka ... eh, nou ja, gifgroene mos-hoedje-dragende dinges. Mooi rond ook, knap gedaan hoe je aan het eind het ongeloof van Edward in je verhaal toepast.
Graag gelezen!
Hoi Katja, ik sluit me aan…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Katja, ik sluit me aan bij Gi en Ton. Leuk verhaal, graag gelezen.
De twee laatste zinnen zou je van mij ook weg mogen laten. De uitleg dat Edward het niet zal geloven is niet nodig. Dat begrijpen we wel uit zijn opmerkingen daarvoor. Zonder die laatste twee zinnen, is de opmerking “Heerlijk toch, die kinderen en hun fantasie,” naar mijn gevoel zoveel sterker.
Bedankt dame en heren. De…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Bedankt dame en heren.
De laatste zin heb ik toegevoegd nadat ik me realiseeerde dat ik met een ongelovige Thomas getrouwd ben. Zelfs foto's zou hij in dit geval niet vertrouwen.
Leuk verhaal, Katja. De…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Leuk verhaal, Katja. De laatste twee zinnen vind ik overbodig. Eindigen met “Heerlijk toch, die kinderen en hun fantasie” vind ik veel sterker.
(Ik zie dat Fief precies hetzelfde zegt; daar zijn we het dus over eens.)
De laatste zin heb ik…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Je onderschat het inlevingsvermogen van je lezers.
Jok Fief, bedankt. Ik haal…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Ok Fief, bedankt. Ik haal het weg.
En jij ook Musonius!
Super😊
Hallo Katja Ook weer erg…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
Hallo Katja
Ook weer erg fijn geschreven, en dat het een kabouter is met een mosmutje en gifgroen, leert ons weer iets over de ka...bouters of hoe ze dan wel mogen heten. De dialoog tussen beiden vind ik ook goed in elkaar gestoken.
Ik heb er plezier aan gehad, erg fijn.
Johanna
Bedankt Johanna.
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Bedankt Johanna.