Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#319 Een klaproos tussen de rails

15 oktober 2020 - 16:33

 

Oktober is neergedaald met alle donkerte, regen, wind en melancholie die bij haar hoort. Nat en verkleumt draai ik het pad op dat me door de kartelranden van de stad zal leiden. Diep de donkere stad in. Langs het woonwagenkamp fietsend zie ik langs de eerste flat van de stad, in het schaduwgrijs van schemer, regen en somberte, de rode gestalte van een vrouw. In een lange rode regenjas, zwarte laarzen en met blonde haren beweegt ze zich van me af. Ze beweegt zonder haast, alsof de regen en wind haar niet deren. Een vleug parfum  -ik denk van haar- doet me terugkeren naar precies een jaar geleden..

Het perron is nat en koud. Maar mijn hart is warm. Mijn gedachten bij de avond er voor.
Het was nooit de bedoeling. Het waren de drank en de omstandigheid. De man die haar lastig viel joeg haar in mijn armen. Het personeelsfeestje liep al op zijn einde. Het was best gezellig, maar het was een door alcohol opgeroepen gezelligheid. Maar ik voelde me goed en zelfverzekerd. De blondine van de 8ste verdieping was steeds in mijn buurt geweest. Af en toe een vluchtig oogcontact. En toen viel die man haar lastig.

En kroop ze in mijn armen.

Ik vroeg haar mee naar buiten. Alleen om buiten bereik van de man te komen en om even van de buitenlucht te genieten en iets te ontnuchteren.

‘Ik zou je zo mee naar huis willen nemen.’ zei ze zachtjes, strak voor zich uit kijkend, terwijl we door de smalle in warm kunstlicht verlichte steegjes van de nachtelijke stad liepen. Glimlachend keek ik naar haar. ‘Maar dat gaan we niet doen.’ Antwoordde ik haar. Ze draaide haar gezicht naar me en haar blauwe ogen stonden vochtig, ‘Ja ik weet het, je bent bezet. Maar een meisje mag toch dromen?’ Ik knikte geluidloos en keek weer naar voren. We waren een rondje gelopen en kwamen weer bij de bar waar de rest van ons gezelschap zich bevond. ‘In een ander leven was ik zeker met je meegegaan.’ We stopten bij de deur. Ze draaide zich naar me toe, haar rug naar de bar en keek me aan. ‘Mag ik je wel een keer kussen?’ vroeg ze zacht.

‘Ja’ fluisterde ik, terwijl ik mijn gezicht in de richting van het hare bewoog. De kus was zo zacht. Zo teder.

Ik voel het nog. En het verwarmt m’n hart hier op dit koude perron. Ik staar langs de rails en zie tussen het koude natte staal iets felroods. Het is een klaproos. Een eenzame klaproos. Ik staar er naar en ruik haar parfum weer. En voel haar zachte lippen....

Een windvlaag doet me terugkeren  naar het grijs van de stad. Nieuwsgierig fiets ik langs de vrouw in de rode jas. Zou zij het zijn? Voorzichtig en schuchter kijk ik om.

 

Lid sinds

5 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
15 oktober 2020 - 20:54

Hoi Lemmy, welkom op het forum. Een mooie herinnering naar aanleiding van een vleug parfum. Ik ben benieuwd naar je volgende verhaal. 
De titel: moet het niet op de rails zijn in plaats van tussen de rails?
Ik liep in de tekst tegen de volgende zinnen aan:

Het leest beter als je gesproken zinnen onder elkaar zet. Let daarbij ook op de interpunctie.
‘Ik zou je zo mee naar huis willen nemen.’ zei ze zachtjes ---- achter nemen hoort een komma.
‘Maar dat gaan we niet doen.’ Antwoordde ik haar   ----
achter doen hoort een komma en antwoordde moet met een kleine letter.
Kijk ook eens naar de andere zinnen. Een aantal kun je veel strakker schrijven.

Langs het woonwagenkamp fietsend zie ik langs de eerste flat van de stad, in het schaduwgrijs van schemer, regen en somberte, de rode gestalte van een vrouw.  --- deze zin leest niet lekker. In deze zin staan te veel details die niet relevant zijn voor het verhaal en die de zin onnodig lang maken. 
In het schaduwgrijs van schemer, regen en somberte zie ik de rode gestalte van een vrouw.

In een lange rode regenjas, zwarte laarzen en met blonde haren beweegt ze zich van me af. Ze beweegt zonder haast, alsof de regen en wind haar niet deren. ---- twee keer beweegt kort achter elkaar. Misschien kun je de tweede keer zeggen dat ze zonder haast loopt, of op haar gemak. 

Een vleug parfum  -ik denk van haar-  ---- dat laatste hoeft er niet achter.

Ik vroeg haar mee naar buiten. Alleen om buiten bereik van de man te komen en om even van de buitenlucht te genieten en iets te ontnuchteren.   ---  drie keer "buiten" en twee keer "en" in de tweede zin. Ik vroeg haar mee naar buiten om uit het zicht van haar man te komen, van de frisse lucht te genieten en iets te ontnuchteren. 

Ik voel het nog. En het verwarmt m’n hart ...  --- Ik voel het nog en het verwarmt ...  Dit zijn twee zinnen die bij elkaar horen. 

Ik staar er naar en ruik haar parfum weer. En voel haar zachte lippen.... ---- Ik staar ernaar (aan elkaar), ruik haar parfum weer en voel haar zachte lippen ...

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
19 oktober 2020 - 16:16

Hallo Fief,
Dankjewel voor het lezen en je welkom. Ik ga proberen je tips te verwerken en het stuk herschrijven. Ik ben echter niet overtuigd van je opmerking over de titel. De klaproos groeide volgens mij tussen de rails. De rails zijn de ijzeren dingen (in mijn optiek dan) waartussen steentjes liggen. Tussen (door) dat grind (heen) groeide de klaproos (echt gebeurd en gezien). Vandaar dat ik tussen de rails gebruikt heb.....
Verder neem ik alle tips ter harte, nogmaal superbedankt!