Schrijfopdracht #320 Stokoud ijzig koud
Stokoud ijzig koud
IJzeren staven in rijen langs elkaar maken de sfeer ijzig koud. Zij zit daar opgesloten en ik ben buitengesloten. Ik zit niet in de kooi, maar toch heb ik het idee niet vrij te kunnen bewegen. Naast me een eindeloze wand waardoor ik gedwongen ben vlak naast de kooi te staan. Ze zit precies in het midden met haar rug naar me toe. Plots draait ze zich om en van afgrijzen probeer ik te gillen. Een verschrikkelijk gezicht ontvouwt zich voor me. Donkere dreigende krullen en een oud gifgroen gezicht. Een kromme oma, maar dan in horrorversie. Gillende kinderen rennen langs me heen. Ik vind mijn voeten terug en ga ze traag achterna. Terwijl ik zo dicht mogelijk langs de wand geperst vooruit probeer te komen komt er een lange scherpe stok tevoorschijn. Met een vuilnisprikstok probeert de groene oma door de tralies heen kinderen te prikken. Ik kom gelukkig ongedeerd weg. We komen in een ruimte terecht met een grote kleurrijke cirkel op de vloer. Ik hoor de kinderen discussiëren met elkaar. Ze sluiten weddenschappen en degene die verliest moet in de cirkel gaan staan. Deze cirkel bevindt zich gevaarlijk dicht bij het uiteinde van de kooi. Ik ben verbaasd over het feit dat ze er zo luchtig en giebelend over praten en besluit dat ik aan dit soort spelletjes niet meedoe.
Dan ben ik in een oogwenk ergens anders. Ik sta in een grote ruime zaal. Voor me staat ze, ik sta oog in oog met de groene oma. Ik voel dat ik overvallen wordt door angst, maar op een of andere manier krijg ik daar juist kracht van. Ik voel een soort zelfvertrouwen dat me helpt mijn angst te overwinnen. Alsof ik haar moeder ben vertel ik haar wat ze fout doet. “Je moet drie dingen aan jezelf veranderen. Ten eerste je gezicht, dan moet je aardig worden en heel gauw stoppen met kinderen prikken met een vuilnisprikstok.” De ooit zo angstaanjagende oma krimpt en verandert in mijn moeder. We zijn in haar werkkamer en een vertrouwde geur van parfum dringt mijn neus binnen. Ze strekt haar armen naar me uit en ik geef haar een knuffel. Net iets te lang blijft ze me vasthouden en ik voel hoe haar nagels zich in mijn huid boren. Langzaam wordt mijn gezichtsveld opgevuld met groen en dan wordt het zwart.
Het is natuurlijk moeilijk…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Het is natuurlijk moeilijk een droom te beoordelen, in dromen heersen andere wetten. Zo denk ik niet dat dit einde 'des drooms' is; het is te bedacht. Maar een droom verzinnen is niet gemakkelijk.
Bij het schrijven maak je hier en daar wat fouten, daar zou ik nog eens naar kijken.
Hoi Ritme, je maakt me…
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Hoi Ritme, je maakt me nieuwsgierig vanaf het begin en houdt mijn aandacht vast. Mooi gedaan en een mooie invulling van de opdracht. Het is angstaanjagend en dat geef je goed weer. Ik heb je met plezier gelezen.
Ik wil je nog een suggestie meegeven voor de volgende opdracht: in de titelregel kun je volstaan met het nummer van de opdracht en de titel van jouw verhaal. In dit geval dus # 320 Stokoud ijzig koud. Het thema van de opdracht (hier; Onderbewustzijn) hoeft daar niet bij.
Een klein zeurtje: 'langs de kooi staan' ==> 'naast de kooi staan' (zie https://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1627/lan…)
Met vriendelijke groet,
Ton Badhemd
Interessant verhaal, Ritme!…
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
Interessant verhaal, Ritme! Het einde vond ik heel gaaf. Een droom die ik niemand zou toewensen!
Af en toe had ik een beetje moeite met het begin. Doordat de ruimte waarin de droom zich afspeelt zo diffuus en onduidelijk is, heb ik het gevoel dat je in het verhaal je best moet doen als schrijver om aan te geven waar en hoe alles gebeurt en als lezer om alles te blijven volgen. Als schrijver moet je dus een goede balans zien te vinden in de vaagheid van de ruimte en de mate waarin je beschrijft hoe en waar iets gebeurt. Als de ruimte bijvoorbeeld heel vaag is en je gaat in de zinnen alsnog duidelijk proberen te vertellen waar dingen vandaan komen, kan dat ten koste gaan van de leeservaring.
Graag gelezen!