Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 312 De bleik

 

Het ouderlijk huis is een plek die het onderwerp uitmaakt van duizenden werken in de literatuur. Je kan geen genre bedenken of er wordt een woonst beschreven waar een personage in opgroeide en met weemoed of met afschuw aan terugdenkt.

Soms zijn het paradijzen, soms zijn het je reinste spookhuizen.

Dan liggen ze in groene parken of op een gevaarlijk klif aan de oceaan,  dan weer zijn het werkmanshuisjes in een fabriekscité.

Straks woon ik al dertig jaar in mijn eigen huis en dan bedenk ik dat mijn kinderen er amper tien jaar hebben doorgebracht.  Tenslotte heb ik zelf ook slechts vijftien jaar in het huis van mijn ouders gewoond.

Onlangs schrok ik toen een familielid mij een recente foto opstuurde van een potloodtekening die zich op de witgekalkte muur bevond van een ingebouwde kast in de zolderkamer van het huis van mijn ouders.  Dat huis werd dertig jaar geleden verkocht en de tekening dateerde van nog eens dertig jaar voordien. De nieuwe eigenaars hadden ze nu pas ontdekt.

Na enige twijfel herkende ik  mijn jonge tienerhand in de voorstelling van wat ik toen mogelijk als mijn droomhuis zag.

Er was een omheining rond een uitgestrekt gazon, groter dan de ‘bleik’ van ons huis. Ik hoor mijn moeder het nog zeggen: ‘Ga maar wat op den bleik spelen, daar maakt ge u niet zo vuil’.

Het zinnetje staat zelfs letterlijk in het officiële Vlaamse woordenboek onder de vermelding:  blijk of bleik: grasperkje waar de witte lakens gebleekt worden in de zon.

 

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi verhaal, Gi. Beeldend omschreven en de herinnering is voelbaar. En op valreep een mooi Vlaams woord geleerd. Bedankt voor het delen van deze bijzondere herinnering.

Lid sinds

4 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Mooie herinnering Gi. In de stijl van een Martin Bril of Remco Campert (er zullen vast wel Vlaamse tegenhangers zijn..) Nu ik begonnen ben met een non-fictie verhaal voor een schrijfwedstrijd (de deadline nadert met rasse schreden…) besef ik hoe lastig het is om in een dergelijke stijl te schrijven en toch de aandacht van de lezer vast te houden.

‘Je kan geen genre bedenken of er wordt een woonst beschreven waarin een personage opgroeide en met weemoed of met afschuw aan terugdenkt.’  

Voor mijn gevoel klopt er niets met deze zin, misschien; …en er met weemoed…

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Novus. Ik heb de zin aangepast door het woord waarin te splitsen. Vermits er al een er in voorkwam zou dit dubbel op geweest zijn.  Wat Remco Camper betreft schreef ik ooit het volgende flitsverhaaltje in zijn 'trant':

 

“Deze wijn moet je jong

drinken”, zei de viticulteur: “hij

blijft maar even goed.”

“Het kan evengoed azijn

zijn”, zei de vitter.

“Ach, even goede vrienden”,

sprak de viticulteur tot de

onledige vitter en ze ledigden

beiden hun glas.