Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Wekelijkse schrijfopdracht #304 Midzomernacht

 

Ze liep tussen de bomen door naar de rand van de vijver. Die grote vijver trok haar altijd zo aan en als ze hier rustig zat kon ze alles om zich heen vergeten. Ze keek vaak naar de libellen die over het water vlogen en hoorde de kikkers kwaken. Ze vond het heerlijk als ze de kikkers kon ontdekken.

Het waren die momenten waarop ze haar ziel vol met energie liet vloeien. Haar vingertoppen diep in het gras duwde om alle ellende en zorgen weg te laten vloeien. Weg naar een plek waar ze niets of niemand meer kwaad konden doen.

De zon gleed langzaam weg aan de horizon en de lucht kleurde inmiddels zacht roze. Ze sloot haar ogen en genoot intens van het moment. Ze dankte Moeder Aarde en de Maan en de Zon voor de rijke gave die ze elke dag weer ontving.

Maar ze was nooit angstig om aan haar dankbaarheid ook een vraag voor geluk en liefde te koppelen. “Brengen jullie nu misschien mijn grote liefde op mijn pad? Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb maar alleen zijn is soms erg moeilijk.”

Langzaam zakte ze onderuit in het gras en bleef stil liggen. Met deze ervaring zou ze het weer een hele tijd moeten doen. Haar neus kriebelde. Althans er kriebelde iets aan haar neus. Haar hand had al drie keer geprobeerd om het weg te vegen maar dat lukte duidelijk niet.

Al vegend kwam ze weer overeind en opende haar ogen om tot haar grote verbazing in het water voor zich in de aanzwellende nacht een figuur te zien staan. Verbaast en overrompelt wist ze even niets te zeggen.

“Wat doe jij hier?” klonk een lichte zangerige stem vanuit de vijver.

“Nu gewoon even, je weet wel!” Hoe moest ze nu aan de jongeman voor haar uitleggen dat ze de aarde en de maan en de zon had gedankt en om gezelschap en liefde had gevraagd!

“Even van de rust genieten!” maakte ze er maar van.

“Als je rust zoek kun je beter een ander plekje zoeken. Dadelijk komen de waternimfen en de heksen hier bij elkaar. Geloof me dat is nooit rustig.”

“Dat wat jij zoekt komt vandaag nog op je pad! Nog voordat de zon weer opkomt zal jij je toekomst hebben ontmoet.” De jongeman sprak in raadsels. Hij leek verder ook geen uitleg te willen geven. Hij draaide zich om en verdween al tot aan zijn schouders in het water.

“Kies het juiste pad en alles word duidelijk. Maar blijf niet zitten waar je zit want daar roest je vast.” Nog een plons en hij was verdwenen in het deinende water van de vijver.

Er was iets, misschien de woorden van de jongeman. Ze kon niet meer blijven zitten. Ze moest op weg. Op zoek naar dat juiste pad. En hier zou ze het niet vinden. Ze stond op en meende in de verte geluiden te horen. Ze liet zich leiden door de schaduwen van deze midzomernacht.

Al snel vond ze een pad. En dat pad leidde tot een tweesprong. Het rechter pad leidde haar terug het bos in daar waar ze vandaan was gekomen. Het andere pad leidde haar naar het flakkerde licht beneden op het strand waar een groep jongeren zong en danste rond een kampvuur. Het had een magische aantrekkingskracht op haar.

Nu dacht ze terug aan de woorden van de jongeman. Niet vast roesten maar kiezen voor een nieuw pad in haar leven, de eerste stappen waren aarzelend! Maar ze stapte uiteindelijk vol overtuiging door! Want wist ze, dit was de weg naar haar geluk.

 

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Een echt midzomernachtsprookje Sonja, met waternimfen en heksen, en een boodschap van hoop. Mooi hoe je hoofdpersoon zich laat 'leiden door de schaduwen van deze midzomernacht,' en uiteindelijk het pad kiest dat haar verder brengt. Graag gelezen!

Een opmerking; je schrijft 'Haar neus kriebelde. Althans er kriebelde iets aan haar neus. Haar hand had al drie keer geprobeerd om het weg te vegen maar dat lukte duidelijk niet.' Het lijkt hier alsof het gekriebel aan haar neus iets betekent in het verhaal, want je gebruikt er drie zinnen voor. Maar verder kom je er niet op terug. Een belangrijke regel; alles dat je schrijft, moet van belang zijn voor de ontwikkeling van een verhaal. Dat is hier niet het geval. Je haalt mij als lezer uit het verhaal, want ik vraag me af wat er zo kriebelde en of dat nog iets betekent. Bedenk bij alles dat je schrijft, of het nodig is voor het verhaal dat je wil vertellen. Kijk op die manier nog eens kritisch naar je tekst.