opdracht#195-de bakfiets
Monoloog.
Ja, komt U maar binnen, heren. Ik verwachtte U al. Mijn zoon die regelmatig op bezoek komt, heeft me gezegd dat U langs ging komen. Neem me niet kwalijk dat ik niet opsta, mijn benen willen niet meer zo goed mee. Een kleine uitstap naar het toilet kan ik me gelukkig nog permitteren, en de weg naar mijn bed kan ik ook nog vinden, maar voor de rest zit ik hier in de zetel voor het venster.
Om er zeker van te zijn dat U de heren van de politie bent, U bent in burger zie ik, moet ik toch even vragen het wachtwoord te zeggen dat mijn zoon U gegeven heeft. Er zijn heel aardige, vredelievende, eerlijke mensen op deze aardbol, maar er zitten ook gladjanussen tussen en die hebben mij in het verleden grote emotionele en financiële schade toegebracht. Juist ja, orchidee is het wachtwoord. Ik ben dol op die bloemen. U ziet ik heb enkele mooie exemplaren staan. Dat zijn nu mijn kinderen.
Maar gaat U toch zitten. Ik heb water en glazen voor U op tafel gezet. Ik weet dat er tijdens de diensturen geen biertje of zo mag gedronken worden. Ik doe mij tegoed aan een fruitig wijntje. Eén glas voor het slapen gaan. Mijn zoon brengt mij altijd een lekker flesje.
Ik heb trouwens van hem vernomen dat U een onderzoek doet voor een vermist persoon en dat U mij daar graag enkele vragen over wilt stellen. Ik zag haar foto in de krant en herkende haar als een dame die veel binnen en buiten ging bij één van de buren. Mijn zoon dacht dat ik misschien een steentje kon bijdragen voor het onderzoek en heeft U zo te zien ingelicht.
Ik kan U echt niet veel vertellen, maar het is wel zo dat ik haar al een tijdje niet meer heb zien komen en gaan. Er komt trouwens een andere dame op bezoek. Ja, iedereen doet wat hij wil en als die man van partner wil wisselen, is dat zijn goed recht, nietwaar. Het is een aardige man. Hij weet dat ik hier dagelijks voor het venster zit en hij groet mij vriendelijk wanneer hij wegrijdt met zijn bakfiets. Ik denk dat hij oud ijzer opkoopt, want zijn bakfiets is wanneer hij terugkomt meestal volgeladen met oude fietsen, potten en pannen en soms zelfs met een afgedankt gasfornuis of een ijskast die nog maar juist goed is voor de schroothoop.
Soms val ik hier in mijn zetel in slaap. Ik slaap slecht en kijk televisie, tot diep in de nacht. Er is 's nachts niet veel te zien door mijn venster. De straat en zijn bewoners slapen. Verleden week werd ik op een nacht wakker van een bekend geluid. Het geluid van de wielen van de bakfiets. Zo laat nog aan het werk, dacht ik. In de bakfiets lag een langwerpig pak.
Heren, wat gebeurt er? Waarom bent U ineens zo gehaast om te vertrekken? U hebt mij nog geen enkele vraag gesteld. Ja, goedendag. Sukses met Uw onderzoek.