Schrijfopdracht #292 Berendje op visvangst
Berendje kroop uit het veilige holletje van zijn moeder. Er moest zalm gehaald worden, anders hadden zijn broertjes en moeder niks te eten. Het wandelingetje naar het grote meer wist Berendje uit zijn hoofdje. Buiten kletterden dikke regendruppels naar beneden en uit de bomen vielen eikeltjes. Het brede pad kon Berendje nog net zien. Door het dichte bladerdek kon Berendje het grote meer haast niet zien liggen. Even verderop onder het bladerdek van de grote eik zag Berendje zijn speelkameraadjes schuilen voor de regen. De beertjes moesten maar zonder hem wachten.
Het grote meer lag voorbij het naambordje met SKIL erop. Dapper stapte hij richting een onbekend groot houten huis met donkerbruine bakstenen, wat hij niet kende. Berendje was dus een verkeerd paadje ingeslagen. Voor de knalrode voordeur lag een parasol op de grond. Het zou een leuk speeltje zijn voor zijn broertjes. In het huis lag vast wat zalm in de keuken, dat veel beren zo lekker vonden.Berendje moest over de vele blaadjes stappen en kwam bij het grote meer uit. Hij kon de overkant van het grote meer zien liggen. Het helderblauwe moest ijskoud zijn.
Op het terras achter het grote huis zag Berendje een mens staan met een lange hengel in zijn hand. Berendje schrok wel, maar hij durfde met een schreeuw en zich groot te maken te laten zien dat hij sterker was. Het was nu geen weer om te zwemmen of in een bootje te varen. Berendje was benieuwd naar wat de mens ging doen. Opeens hoorde Berendje jonge berengeluidjes achter zich. Met een flinke schreeuw rende hij terug. Er kon dus nu geen zalm gevangen worden. De beertjes waren met hun pootjes met de parasol aan het spelen. Ze hadden geen oog meer voor de regendruppels. Met veel berengeroep van Berendje begrepen ze dat er hier een mens woonde. En dus vluchtte ze met Berendje snel naar het berenbos.