Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

opdracht # 287 Verloren

Jassen

Alsof ik een jas aan doe, sla ik de kaften van een boek open. De dag met al zijn kleine moeilijkheden: de onopgeruimde keuken, de rekeningen en dat waar ik niet aan denken wil, sluit ik buiten als regen en kou. Ik ga op stap. Het is een spannend boek dat zoals vaak begint met een bloederig lijk. Nu moet er iets volgen dat me het verhaal intrekt. Nog meer geweld? Dan zit de jas niet goed en hang ik hem weg. Dat is niet zo. Ik laat me door de schrijver meevoeren door steegjes van een middeleeuwse stad. Het stinkt er en het is donker. Staat daar iemand tegen de muur gedrukt? Stappen weergalmen op de klinkers en de regen kletst op de daken. Een moeder is op zoek  naar haar dochter, die niet is thuisgekomen van haar late dienst.

–“Hier staat je thee, maar je hoort me zeker niet, want je leest.”, zegt Winnie. Ik pak de mok, brand mijn vingers en zet hem weer terug. Hoor de voordeur dichtslaan.

Mijn nek doet pijn. Het boek is meer dan een avontuur. Moeder en de dochter spiegelen elkaars karaktertrekken, maar ook de stad waarin ze leven, zoals in een plas regenwater. En er zijn woorden die met mij te maken hebben. Welke en hoe? Het is  donker in huis, half één is het al. Is Winnie wel thuisgekomen? Ik open mijn dochters slaapkamerdeur, maar haar bed is leeg. Waar zit ze? Het geluid van mijn mobiel stond af en er is maar één bericht, een vakantiefoto. Ik bel Winnie, maar krijg geen gehoor.  Zit ze bij een vriendje? Als ik de voordeur open, zie ik in het licht van de lantaarnpalen, dat het regent. Ik vloek met een zucht een gebed. Waar zit ze? Ze kwam met een kop thee, maar haar kritische opmerkingen echode nog en ik was niet in gesprek gegaan. Ze kon het toch allemaal beter dan haar waardeloze moeder?  

Zonder het licht aan te doen, loop ik de keuken in om water te koken voor nog een kop thee. Ik schrik al voor ik twee handen op mijn schouders voel en schreeuw. Winnie lacht. Haar haren zijn nat en ze ruikt naar mijn badolie. Haar oortjes hangen op haar ochtendjas.  “Boek geluisterd?”, vraag ik. Ze knikt.

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Marijke,

... die eerste zin vind ik geweldig.   "Alsof ik een jas aan doe, sla ik de kaften van een boek open."

Je duikt heerlijk in een boek, de rest kan je braadworst zijn.

Wacht, al pratende en lezende met jou, denk ik 'het' te hebben. Je bent al lezende in slaap gevallen. Het is een droom vol piekergedachten. Dochter was thuisgekomen zonder dat je dat merkte.  Begrijp ik het zo een beetje, of zit ik er helemaal naast?

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Riny,

Dank je wel voor je fijne reactie. Ze verdween in het boek en vergat de wereld om zich heen. Ze had de deur dicht horen slaan toen ze thee kreeg. Toen ze haar boek neerlegde ontdekte ze dat ze nig steeds niet terug was, maar ze bleek in bad te hebben liggen lezen. Was niet zo duidelijk dus?

Groet Marijke 

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Marijke, 

... ik begrijp het nu. Je had misschien beter - voor mij dan - op een andere regel kunnen beginnen met: "Hier staat je thee [...]  Ik liep met je mee in de Middeleeuwen en dan opeens hete thee in de regen. Die zullen ze daar toch ook wel gedronken hebben.

Het begint me te dagen; je hoeft niet alles uit te pluizen, je moet het verhaal ondergaan. Ja, zij heeft ook liggen lezen en was ook helemaal weg door haar boek!

Dankjewel voor je uitleg en ook voor het verhaal. "Boek gekluisterd", wat mooi gevonden. 

Groet, Riny