Lid sinds

4 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ciara #285

Ciara stak haar neus wat dieper weg in de sjaal die ze drie keer rond haar nek had gewonden, in een ijdele poging om het tipje van haar neus op te warmen. Ze hield halt voor de grote zwarte gietijzeren poort die de ingang van het park markeerde.
Ze woonde nu al zes maanden in deze stad, maar het enige wat ze had gedaan in die tijd, was voorbij de poort wandelen en elke keer denken dat ze bij haar volgende passage eens binnen zou gaan. En juist vandaag had een dwaaltocht haar tot aan de voet van deze groene oase gebracht. Ze wist dat ze niet binnen moest gaan, er was een alarmfase aangekondigd over het hele land. Maar was iets dwingends in haar dat ervoor zorgde dat ze weinig inzat met die code oranje.

Ze wandelde langs het smalle pad en zette zichzelf schrap om weerstand te bieden aan de wind die alles rond haar uitdaagde om te blijven staan. In de verte zag ze een oude houten bank naast het water, waar ze op wilde gaan zitten. Van daar had ze zicht over het wateroppervlak waarop de storm continu veranderende tekeningen schetste. Een windruk bracht haar bijna uit balans en rondom haar hoorde ze de bomen  gevaarlijk bewegen in de wind. De takken kraakten, net als de diepgewortelde stammen die hun uiterste best deden om noch te plooien noch te breken.
Het bracht haar tot rust. De kale takken, de restanten van de herfstbladeren, zelfs de eeuwig groenblijvende struiken, alles zag er vlak en grijs uit. Bijna zoals een film noir, gedempt door de donkere wolken die midden op de dag een duisternis over de wereld brachten alsof de apocalyps in aantocht was. De hevige wind, het verzet, het wervelen van alles wat los en vast zat kwamen perfect overeen met alle emoties die door haar heen gingen. Vlagen van woede, eenzaamheid en intens verdriet wisselden elkaar steeds sneller af.
Toen ze naar hier was verhuisd leek het erop dat ze een prachtige toekomst ging hebben, maar op de tijdspanne van een maand was alles veranderd. 
Nu was ze een grijze muis achtergelaten in een grijze stad waar ze niemand kende en helemaal niet thuis was. Wat miste ze haar oude stek waar ze zich veilig en geborgen had gevoeld.

Ze had het idee dat de storm een oorlog uitvocht met de wereld, dezelfde oorlog die zij voerde met zichzelf. Alleen was zij het enige slachtoffer die achterbleef in het puin van wat haar leven ooit was.
Vogels waren er niet. Maar boven het wateroppervlak zag ze hoe een aantal witte veren, van een zwaan waarschijnlijk, als speelbal het natuurgeweld moesten ondergaan. Net zoals haar emoties die werden bespeeld door vluchtige herinneringen waardoor ze non-stop werd overvallen. Misschien was zij niet het enige slachtoffer van de storm.

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Evi, ik heb je verhaal een paar keer gelezen. Doordat je het als één blok hebt geschreven, leest het niet vlot. 
Misschien als je het verdeelt in alinea's dat het dan beter te volgen is.
Ik vind de storm van emoties mooi verwoord. In die zin graag gelezen.

maar op een maand tijd was alles verandert --- ik denk dat je 'na een maand' bedoelt. 'Het woord 'tijd' mag weggelaten worden. Veranderd ipv verandert.

Toen ze naar hier was verhuist --- verhuisd

De kale takken, de restanten van de herfstbladeren, zelfs de eeuwig groenblijvende struiken, alles zag er vlak en grijs uit, bijna zoals een film noir, gedempt door de donkere wolken die midden op de dag een duisternis over de wereld brachten alsof de apocalyps in aantocht was. --- dit is een erg lange zin. Misschien kun je er twee van maken.

Toen ze naar hier was verhuist leek het erop dat ze een prachtige toekomst ging hebben, maar op een maand tijd was alles verandert en nu was ze een grijze muis achtergelaten in een grijze stad waar ze niemand kende en helemaal niet thuis was. --- Deze zin ook. Ik zou hier ook twee zinnen van maken.
Toen ze naar hier was verhuist leek het erop dat ze een prachtige toekomst ging hebben, maar na een maand was alles veranderd. Nu was ze een grijze muis, achtergelaten in een grijze stad waar ze niemand kende en helemaal niet thuis was.