Lid sinds

5 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

De weg kwijt opdracht #259

Alice word wakker en zucht diep,nu al moe van de dag die nog voor haar ligt. De zon piekt tussen de lamellen door en tekent smalle strepen op de muur. Al een paar dagen voelt ze zich onbeschrijflijk moe en is zelfs uit bed komen al een opgave. Gisteren heeft ze zich voorgenomen naar de dokter te gaan als de klachten aanhouden. Ze gooit haar benen over de rand en denkt aan vroeger, aan Joost voordat die de voorkeur gaf aan een sletje op zijn werk. Het lijkt alsof haar hoofd vol zit met watten. Wanhopig probeert ze zich te herinneren wat ze gisteravond heeft gegeten maar haar geest glibbert alle kanten op. Alice schuifelt naar de kamer en ziet op tafel een stapeltje papieren liggen met een gele post it sticker erop. Stilte omringd haar als een dikke donkere deken. Rekeningen betalen, staat op de sticker. Alice haalt haar schouders op, loopt naar de keuken en trekt de koelkast open. Een vloek rolt over haar lippen. Ze is vergeten eten in huis te halen. Wat nu? De laatste tijd heeft ze het gevoel dat het leven als water tussen haar vingers doorloopt. Ze wrijft de slaap uit haar ogen en trekt de kastjes open. Een paar minuten later pruttelt het koffiezet apparaat. Met een hete mok in haar handen staat ze voor het raam, nipt aan haar koffie en kijkt naar buten. De zon schijnt en vogels vliegen kwetterend achter elkaar aan. Misschien knapt ze er wel van op als ze even buiten is. Met een tas over haar schouder en de boodschappentas aan het stuur fietst ze met een fris windje in haar gezicht naar de supermarkt. Haar haren wapperen en zowaar glimlacht ze. Misschien moet ze er iets vaker uit. Alice parkeert haar fiets, neemt een karretje en rijdt naar binnen. Ze schudt haar hoofd en kijkt verward on zich heen. Alarmbellen gaan af en in paniek rijdt ze een gangpad in, blijft staan bij de planten afdeling. Ze snuift de geuren diep in en komt tot rust. Waar is ze in vredesnaam. Wanhopig probeert ze zich te herinneren hoe ze hier terecht is gekomen. Alice grijpt drie vaste planten en zet ze in het karretje. Ze gaat het gezellig maken thuis. Vergeten is de lege koelkast, vergeten zijn de rekeningen op de tafel. Ze laat zich door de stroom mee voeren en komt bij de kassa. Ze volgt het voorbeeld van de mensen voor haar en zet de planten op de band. Alice verzinkt in een somber gepeins waar ze uit opschrikt als de caissière zegt: 'Zestien euro en tachtig cent, alstublieft.' Het meisje kijkt haar aan, haar vingers zweven boven de toetsen. Alice fronst haar wenkbrauwen, laat de tas van haar schouder glijden en zoekt naar haar portemonnee. Met trillende vingers knipt ze hem open en kijkt erin. Wat is dat allemaal...? Ze prevelt de caissière na en kijkt niet begrijpend naar de papiertjes en muntjes. Paniek overvalt haar en gekweld kijkt ze om zich heen. Even glimlacht ze naar het meisje achter de kassa. Haar hart bonst in haar keel. 'Zal ik even voor u kijken in uw portemonnee?' Een stem achter haar brengt Alice bij haar positieven, Wat een aardige man. Maar ze schudt haar hoofd.'Nee hoor, dank u. Ik red het wel.' De rij achter haar wordt langer en mensen beginnen ongeduldig te worden. Haar rug is nat van het zweet. 'Zestien euro en tachtig cent, mevrouw.' De stem van het meisje klinkt nu harder en ze kijkt Alice aan met een mengeling van achterdocht en bezorgdheid. 'Maar ik...'jammert Alice. En dan wordt alles zwart om haar heen.

Lid sinds

6 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Getsie. Het werd eigenlijk steeds beter, maar het eind -fade to black- lost de belofte niet in. Klein spul: word -> wordt, en er missen wat spaties om en nabij interpunctie.

Lid sinds

11 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Ja, het leek zo goed te gaan. Eens met Tilma. De laatste zin vind ik niet zo mooi, het neigt een beetje naar 'En toen was het uit.' Misschien: 'Maar ik ...' jammert Alice, vlak voordat het eindeloos zwart om haar heen wordt. Zelf, maar dat is natuurlijk persoonsgebonden, vind ik tussenzinnen als: 'Wat nu?' en 'Misschien moet ze er wat vaker uit.' wat uitleggerig, wat me wat uit het verhaal. 'Rekeningen betalen, staat op de sticker.' vind ik dan weer wel een mooie zin, omdat het de sfeer mooi tekent. Wat mij betreft had je nog wat vinniger op 'het sletje' mogen zijn. Nu is het een bijna terloopse opmerking, terwijl 'sletje' wel de woede/frustratie meegeeft, maar nog iets te neutraal.