# opdracht 251 Hij is terug
De wolf was jong , sterk en snel. Hij was een prachtig exemplaar van twee jaar met een brede kop, stevige poten en een mooie dikke staart. Een paar dagen geleden had hij besloten het roedel te verlaten en zijn geluk elders te gaan beproeven. Het territorium wat ze hadden uitgezet leek uitgeput en hij wist dat zijn zussen en broers ook moesten eten. Nadat ze twee dagen hadden gezocht naar eten zonder iets te vinden wist hij het zeker. Die nacht, toen zijn broers en zussen lagen te slapen en zijn ouders ruzie maakten ging hij er zachtjes vandoor.
Hij wist dat hij niet kon blijven, elders zou hij wel een vrouwtje vinden om zelf een roedel te stichten.
Acht dagen later was hij moe, hongerig en uit zijn humeur. Honderden kilometers had hij gelopen door de bossen en weilanden,angstvallig mensen vermeden. Instinctief wist hij dat hij die wezens die alleen op hun achterpoten liepen moest mijden. Op zijn reis had hij wel een paar kleine prooidieren kunnen verschalken maar het kon zijn honger niet stillen.
Hij ging liggen en probeerde geen aandacht aan zijn rammelende maag te besteden toen opeens zijn gevoelige reukorgaan een geur opving.
Snel kwam hij overeind en rende door de donkere nacht naar de plek waar hij prooi had geroken. Hij moest eten om zichzelf in leven te houden.
Opeens was hij uit de bossen en wierp de maan een zacht schijnsel over een grote kooi midden op een weiland. Langs het weiland liep een hekwerk. Het was misschien goed om de schapen op het weiland te houden, maar niet om hem weg te houden. Na een aanloop liet hij het hek achter zich en sloop naar het lage houten gebouw toe.
In de schaapskooi werden een paar schapen onrustig toen ze iets roken wat ze niet zo snel thuis konden brengen. Ze waarschuwden elkaar en begonnen onrustig te blaten. Een van de schapen keek naar buiten en zag iets bewegen in de duisternis.
Het beest kreeg het gevoel dat er iets naar hem staarde...daar buiten was iets dat op het punt stond hen te verslinden. Een briesje stak op en de geur van de predator joeg nu in de neusgaten van de schapen. Er brak paniek uit en op dat zelfde moment sprong de wolf over de afzetting en beet zich vast in een schaap. In de paniek die uitbrak probeerden de schapen weg te komen en vertrapten elkaar.
Een uur later lag hij met een volle maag onder de bomen en geeuwde luid.
Tevreden liet hij zijn zware kop op zijn poten rusten. Het was een goede beslissing geweest zich hier te vestigen.
Waar je naar een schaap
Lid sinds
7 jaarRol
John leuk je hier weer te
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Hallo John Doe, … je hebt het
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol