Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#237 Blijk van onschuld

17 maart 2019 - 15:19
Ronald en Mischa kenden elkaar vanaf de kleuterschool, al kon je toen nog niet spreken van een hechte vriendschap. De vader van Ronald kwam in 1985 naar Nederland vanuit Congo en trouwde met ”Brabants schoonheid” zoals hij haar noemde. Mischa’s vader, opgegroeid in een orthodox Joods gezin, kwam uit Amsterdam. Het contact met zijn ouders werd verbroken door zijn huwelijk met de Friese Femke. Ronald met zijn donkere uiterlijk en Mischa met zijn sproeten bedekt gezicht en volgens zijn moeder geen rood haar, maar rossig blond, moesten het allebei regelmatig op de basis school ontgelden. De periode met de woorden “Congo en Vlektyfus” hadden ze samen in de gemeenschappelijke speeltuin bevochten en gebezigd. Pas toen er bloed vloeide, smeedde het rood ze als schakels aan elkaar en beseften ze, dat ze meer op elkaar leken dan ze hadden gedacht. Hun onverbreekbare vriendschap werd toen geboren. Nu zaten ze, allebei net dertien jaar, voor het eerst zonder begeleiding, in de trein op weg van Eindhoven naar Utrecht om de wedstrijd FC Utrecht, PSV bij te wonen. De coupé was leeg en ze namen plaats tegenover elkaar voor het raam. Allebei pakten ze hun mobieltjes en scrolden door de ontvangen berichten. ‘Hé Roon, weet je dat Jaap Stam naar Feijenoord gaat?’ ‘Ja, ik zag het net voorbijkomen op teletekst. Volgens mij een goeie zet.’ De trein reed het station uit en baande zich, in korte tijd op volle snelheid gekomen, een weg door de stromende regen. ‘Ik hoop wel dat de wedstrijd vandaag doorgaat,’ zei Mischa. ‘We hebben er toch niets over gehoord, dus we kunnen er gewoon vanuit gaan dat we straks op de bühne zitten Misch. Niet zo doemdenken. Misschien is het in Utrecht wel droog. Let nou maar op onze tickets man.’ ‘Ze zitten veilig hier,’ en hierbij klopte Mischa op de borstzak van zijn spijkerjas. Niet alle coupes waren bezet, maar een aantal voetbalfans duidelijk van PSV, met de rode sjaals om hun nek gehangen, zongen luidruchtig hun clubliederen. Ondanks het gedruis ontging het Ronald en Mischa niet, dat achter in de tot nog toe lege gang een figuur ging zitten. ‘Zie jij dat ook Roon?’ De wezenloze blik van de figuur viel ze direct op. ‘Wat denk jij Roon, is het nu een vrouw of een man?’ ‘Het lijkt wel een worstenbroodje met een cape op,’ fluisterde Ronald lachend. Door het oogcontact met Ronald en Mischa draaide de vreemde direct zijn hoofd naar het raam en staarde naar het gordijn van regen. Zonder voorafgaande waarschuwing werd de trein tot stilstand gebracht. De zangers hielden even plotseling stil en Ronald en Mischa dachten impulsief (nu komen we te laat voor de wedstrijd). Even later werd er omgeroepen, dat alle treinverkeer tussen Eindhoven en Utrecht was stilgelegd vanwege een verdacht pakketje op de rails. Mischa en Roon herkenden angst vanaf een afstand (hun speeltuinervaring) en lazen het in de ogen van de vreemde, die hun kant weer opkeek. ‘Het is een kind Roon.’ ‘Ja, een bang kind Misch. Een jongen of een meisje, maar in ieder geval een bang kind.’ Nog voordat de conducteur instructies wilde geven, dat iedereen de trein kalm moest verlaten, rende het kind door de geopende deuren naar buiten de stromende regen in door het zompige weiland, zo ver mogelijk van de trein. Plotseling, keken ze in een explosie van vuur midden in het weiland. Het hemelwater doofde het vuur en daarmee ook het schokkende beeld. De regen leek heel even geluidloos neer te vallen. Met tranen gevulde ogen sms’ten ze naar hun thuisfront: “wedstrijd afgelast, met ons alles oké”.

Lid sinds

7 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
17 maart 2019 - 17:58
Hoi Thea Josephine, Wat een mooi geschreven verhaal. Je hebt de spanning (goed) bewaard tot het einde. Ik dacht nog; uiteindelijk komt het wel goed voor de jongens, en zijn ze nog op tijd bij de Galgenwaard. Het geheimzinnige 'kind' is niet helemaal onschuldig, denk ik... Ik heb je verhaal graag gelezen!

Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
17 maart 2019 - 22:06
Thea Josephine wat beschrijf je hier pijnlijke zaken als afvalligheid in de maatschappij helder. Daar gelaten wie die afvalligheid bepaalt natuurlijk. Zo kan dat gaan. -Deze zin: Plotseling, keken ze in een explosie van vuur midden in het weiland geeft een duidelijk beeld, alleen zit ik met de vraag, waren Mischa en Ronald nu ook buiten en zagen ze de trein in vlammen opgaan of blaast 'het kind' zichzelf op (dat laatste zou macaber zijn en vind ik niets voor jou). - af en toe mist er een n in het meervoud bijv hier: sms’te ze : sms'ten ze Bijzonder verhaal, dat veel vertelt. Graag gelezen en een fijne avond.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
18 maart 2019 - 13:31
Anke dankjewel voor je reactie. Een kind is in mijn beleving in principe altijd onschuldig. Ik zal het nog wel nader toelichten in mijn beschrijving naar Marie. Groetjes

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
18 maart 2019 - 13:50
Marie, dankjewel voor je reactie en je feedback. De ennetjes heb ik gelijk gecorrigeerd. Het waren eerst andere zinnen en dan sluipt dat er zo makkelijk in, Fijn dat je het zag. Marie je zat met een vraag over of Mischa en Ronald nog in de trein zouden zitten. Met deze zin geef ik dat aan: Nog voordat de conducteur instructies wilde geven, dat iedereen de trein kalm moest verlaten, rende het kind door de geopende deuren naar buiten de stromende regen in door het zompige weiland, zo ver mogelijk van de trein. Ze zitten dus nog in de trein. Met de zin: 'Het lijkt wel een worstenbroodje met een cape op,'van Ronald, moet later in het verhaal duidelijk worden dat het kind een bomgordel droeg. Over de onschuld van het kind wijs ik op de angst in zijn ogen die Ronald en Mischa direct herkenden. Het zover mogelijk wegrennen van de trein om geen slachtoffers te laten vallen, is wat hem of haar maakt tot een onschuldig slachtoffer en eerder tot een held. Ik hoop dat ik je het hiermee duidelijk hebt kunnen maken, Groetjes en een fijne avond (Anke ook voor jou als je dit leest)

Lid sinds

7 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
18 maart 2019 - 20:03
Het einde is nu duidelijk(er). Ik dacht dat de jongens naar buiten waren gerend, en dat de trein voor hun ogen explodeerde. Het 'kind' zou misschien ook een jong-volwassene kunnen zijn. Dat de jongens zich in zijn of haar leeftijd hadden vergist. Dat was mijn eerste gedachte. Een kind is zeker altijd onschuldig. In dit verhaal inderdaad een held! Bedankt voor je uitleg Thea Josephine.

Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
18 maart 2019 - 21:13
Marie, dankjewel voor je reactie en je feedback. De ennetjes heb ik gelijk gecorrigeerd. Het waren eerst andere zinnen en dan sluipt dat er zo makkelijk in, Fijn dat je het zag. Marie je zat met een vraag over of Mischa en Ronald nog in de trein zouden zitten. Met deze zin geef ik dat aan: Nog voordat de conducteur instructies wilde geven, dat iedereen de trein kalm moest verlaten, rende het kind door de geopende deuren naar buiten de stromende regen in door het zompige weiland, zo ver mogelijk van de trein. Ze zitten dus nog in de trein. Met de zin: 'Het lijkt wel een worstenbroodje met een cape op,'van Ronald, moet later in het verhaal duidelijk worden dat het kind een bomgordel droeg. Over de onschuld van het kind wijs ik op de angst in zijn ogen die Ronald en Mischa direct herkenden. Het zover mogelijk wegrennen van de trein om geen slachtoffers te laten vallen, is wat hem of haar maakt tot een onschuldig slachtoffer en eerder tot een held. Ik hoop dat ik je het hiermee duidelijk hebt kunnen maken, Groetjes en een fijne avond (Anke ook voor jou als je dit leest)
Nu begrijp ik je verhaal en prachtige titel. Het kind als slachtoffer, zo gaat het vaak... Dank je wel voor je uitleg. Fijne avond.

Lid sinds

11 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
19 maart 2019 - 11:10
Thea Josephine, … ik zat even in de ban van je verhaal. Wat een idee, zeg. Knap hoor. Dat 'worstenbroodje' is zeker een held. Van zijn opdrachtgevers zal hij vast wel gehoord hebben dat hij in de trein aan het touwtje moest trekken, nu heeft hij zich alleen zelf te pakken, en neem ik aan gelukkig geen medereizigers.