Opdracht 230 Douchen
“Ik vouw alles altijd meteen op als ik het van het wasrek heb gehaald.”
Is dat niet precies wat ik aan het doen ben, op de overhemden na?
Ik stond er nog maar net onder. Was nog aan het pielen met de kraan. Draai rood wat meer open, wat minder blauw. Zonder bril zie ik dat overigens helemaal niet, maar dat is ook niet nodig.
Zicht op haar rug. Lange lichtbruine jas en donkerbruin krullend haar. Ze heeft geen zitplaats. Houdt zich vast aan een stang. Haar lange krullende haar.
“Ga je hier rechtdoor?” “Ik ga altijd rechtsaf, vind ik makkelijker.” Maar nu zit ik achter het stuur. Ik rijd. Hier rechtdoor.
“Wat?”, roep ik, de deur van de douchecabine op een kier. Had ik het me nou verbeeld? Onder het geluid van de douche iets gehoord wat er niet was?
Ze is uitgestapt. Ik zie het nu pas, nu ik links van me naar buiten kijk. Op het perron. Ze is te jong. Begin twintig. Mooi gezicht, lang krullend haar. We rijden weer.
Voordat we naar het feest gaan, poets ik nog even mijn tanden. “Oh, ik spoel m’n mond altijd gewoon even met Listerine mondwater.” Nou, prima toch.
Nu hoor ik toch echt iets. Draai de kraan dicht, loop druipend van het water de gang op.
“Hoi schatje!” “Oh ben je nu al terug?” Ze kust me op mijn mond. We lopen de badkamer in. Ze kleedt zich uit en we douchen samen.
Een stroom aan water en een
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Annette, bedankt voor je
Lid sinds
16 jaar 3 maandenRol