Schrijfopdracht #226 - Verzoening
Daar sta je dan, bek vol tanden, iedereen kijkt naar je, een huilende beste vriendin en teleurgestelde ouders. Waarom dacht ik ook alweer dat dit nodig was? Ik krijg geen woord uit mijn mond en staar alleen maar naar haar. Mijn beste vriendin. Dit zou haar dag moeten worden. Nu zou je denken dat ik haar alle liefde en geluk in de wereld zou gunnen en dat doe ik ook, al zou je dat nu niet meer zeggen. Tenminste, ik geloof mezelf op dit moment niet eens, dus waarom zou de rest dat doen. Toch heeft mijn rechtvaardigheidsgevoel gewonnen,… deels. Sta er zelf namelijk niet helemaal onpartijdig in. De liefde van mijn leven staat ook in deze zaal en zijn hart is op dit moment gebroken door mijn woorden, maar niet door mijn daden. Toeval bestaat niet en zo ook niet het gesprek wat ik opving vlak voordat de liefde van mijn leven in het huwelijk zou treden met mijn beste vriendin. Van dat gesprek kreeg ik een tijdelijke kortsluiting in mijn hoofd en dat resulteerde in dit openbaar maken in een volle zaal, met iedereen die je kent, vlak voor het ja-woord, nice. Tactisch ben ik nooit geweest, maar dit is wel een nieuw dieptepunt. Mijn beste vriendin is namelijk zwanger en daarom staan we hier op kerstavond in deze belachelijke zaal omdat trouwen in deze situatie hoort. Helaas ving ik op dat ze helemaal niet zwanger was van mijn grote liefde en de reden voor dit huwelijk helemaal niet waar blijkt te zijn. En op de vraag: of er iemand bezwaar had tegen dit huwelijk, antwoorden ik de waarheid. Deze ene zin had alles veranderd. Een jaar ging voorbij zonder contact. Tot we elkaar midden op de straat tegen het lijf liepen. Voor het eerst ontliepen we elkaar niet. ‘Het spijt me.’ ‘Mij ook, maar je had gelijk. Maar kan het iets tactvoller de volgende keer.’ We schoten allebei in de lach. Een beetje aarzelend vroeg ze: ‘ga je mee? Ik wil je voorstellen aan mijn dochter.’ En zo begon het herstel van onze vriendschap. En de liefde van mijn leven? Ach, misschien komt dat ooit nog...