Schrijfopdracht #227 - Zonder bijvoeglijk naamwoorden
De lucht was van het soort grijs dat onheil voorspelt. Het was middag maar er was geen zon, geen wolk, enkel grijs. De bergen leken op te gaan in de lucht, als je niet beter wist zou je denken dat je tegen een vlakte aankeek maar in werkelijkheid was het een gebergte dat een ongeziene ruigheid herbergde. Hij zelf stond op een van die bergen. Dood. Dat was het enige wat hij kon bedenken. De weinige bomen die hij zag waren skeletten van lang geleden, groen was er niet, grijs was wat het was. In de verte zag hij de contouren van bergtoppen. Zijn bestemming lag nog vele dagreizen achter die toppen. Achter zich lag een land dat door God verlaten was en voor hem lag een tocht waar zelfs de duivel hem geen gezelschap wou houden. Hij had er over horen vertellen bij de kampvuren. Hij moest uit de valleien blijven, de valleien waar wezens van weleer zich verborgen. Blijf op de kammen hadden ze gezegd, de mist heeft daar geen macht. Hij hees zijn rugzak op zijn rug en zette een eerste stap op het pad dat negen generaties geleden door het volk van de berg uitgehouwen was. Toen was het een streek vol groen en leven, nu heerste een schaduw die het pad langs weerskanten omhelsde. Vastberadenheid overheerste de angst en duwde hem verder het pad af. De mist in.
Hoi rafvdm. Ik zie dat dit je
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Ik vind het een geslaagde,
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
Het verhaal pakt me.
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
(Geen onderwerp)
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Dank je wel. uitermate
Lid sinds
8 jaar 10 maandenRol
Hoi rafvdm, welkom op dit
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol