Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

# 227 abrupt einde...

De trein vertrekt een minuut later dan staat aangegeven. Langzaam komt hij op snelheid. Perrons, gebouwen en loodsen maken plaats voor grasvelden en stukken verwaarloosde berm. Hij rammelt over bruggen heen en passeert verwaarloosde gebouwen met graffiti. Anna drukt haar neus tegen het raam en ziet zichzelf weerspiegeld in het dikke glas. Haar adem maakt wolkjes waar ze een hartje in tekent. Een nieuw landschap ontvouwt zich voor haar ogen. Een uitgestrekt pas gemaaid veld. Op regelmatige afstanden van elkaar staan grote balen hooi. Mannen op machines ploegen als prehistorische monsters over de vochtige grond. Kunstmatig aangelegde sloten delen het veld op in vierkanten. Anna zet haar mond tegen het glas en grijnst tevreden als ze een afdruk van haar lippen ziet als opeens de trein schokt en trilt en met knarsende remmen abrupt tot stilstand komt. Ze staan midden in niemandsland. Een onnatuurlijke stilte daalt neer in de coupes. Andere passagiers staan in verwarring op of kijken elkaar aan in de hoop op antwoorden. Iemand duwt het raam omlaag en Anna slaagt erin haar hoofd naast zijn arm naar buiten te steken. Ze ziet een lange weg die zich als een grijs lint door het land uitstrekt en oplost tussen de velden. De twee bomen zijn omlaag, toch staat de trein stil ongeveer honderd meter voorbij de overgang. Mensen komen uit de trein en staan alleen of in groepjes. Een rilling loopt over haar rug als ze zich realiseert dat er iets verschrikkelijks moet zijn gebeurt waardoor ze nu stil staan. Mensen brommen tegen elkaar en verontwaardiging maakt plaats voor de eerdere ongerustheid. Opeens trekt er een trilling door de trein en stapvoets legt die enkele tientallen meters om vervolgens weer stil te staan en niet meer in beweging te komen. De adem van Anna stokt in haar keel als ze iets ziet liggen op de grond. Iemand komt aanrennen door het desolate landschap met iets in zijn handen om het toe te dekken. Achter de wolken komt de zon tevoorschijn om zijn afdaling in te zetten.

Lid sinds

11 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Goed gelukt om mij mee te nemen in je beschrijvingen. Door het verhaal in een trein af te laten spelen valt er ook lekker veel te beschrijven. In die zin reis ik met de hoofdpersoon mee. Er zitten naar mijn idee wat kleine 'slordigheidjes' in. Bijv. in de tweede paragraaf twee keer 'als' in één zin vlak na elkaar en bij de eindzin hetzelfde, maar dan met 'iets'. Sowieso kan het eind denk ik nog wat sterker.

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Jammer dat de tekst niet (of vooruit: nauwelijks) aansluit bij de geformuleerde schrijfopdracht. De tekst wemelt van de bijvoeglijk naamwoorden en de opdracht was juist bedoeld als oefening in het beschrijving van een omgeving zonder daarbij hoofdzakelijk de toevlucht te nemen tot adjectieven. Je gaat het dan bijvoorbeeld zoeken in vergelijkingen en metaforen. Een gemiste kans. Zoals ook in de opdracht was aangegeven, ging het hier dus juist niet om een plot of al dan niet verrassende ontknoping. Maar 'simpelweg' om een geslaagde beschrijving van een omgeving. Ik kan je aanraden om dat toch eens te proberen. En dit lijkt me ook geen tekst die speciaal voor de opdracht is geschreven, maar eerder een stukje dat ergens uit een la is opgediept. Maar vooruit. Dit is de eerste opdracht die ik hier als schrijfopdracht geef, dus ik zal toch feedback geven, maar in het vervolg doe ik dat alleen als de tekst (grotendeels) aansluit bij de gegeven opdracht. Dan toch wat feedback over de tekst: Een titel staat toch een stuk netter als je een beginkapitaal gebruikt. Het beletselteken (...) voegt niet veel toe, sterker nog, het doet eerder afbreuk aan het 'abrupte'. Dus liever gewoon: Abrupt einde Als je je wel aan de opdracht had gehouden had je niet (zo snel) het woord 'verwaarloosde' gebruikt, maar bijvoorbeeld elementen/kenmerken genoemd op basis waarvan de lezer dan zelf had kunnen concluderen dat iets er verwaarloosd uitziet. De gemiddelde lezer ervaart zoiets onbewust als prettig: dan word je als lezer namelijk serieuzer genomen. En met twee keer achter elkaar 'verwaarloosde', voor zowel 'berm' als 'gebouwen' verwaarloos je feitelijk vooral je eigen tekst. Het geeft er in ieder geval niet veel kleur aan. 'Een nieuw landschap ontvouwt zich voor haar ogen.' --> Dat 'ontvouwen voor haar ogen' vind ik niet echt passen bij hoe je het ervaart als je er in een trein langszij aan voorbij rijdt. 'Op regelmatige afstanden' --> 'Op regelmatige afstand'. In de meervoudsvorm komt het over alsof er toch sprake is van een aantal varianten op die 'regelmatige' afstand. 'Kunstmatig aangelegde sloten' --> Sloten zijn altijd kunstmatig aangelegd, dus dat 'kunstmatig aangelegde' voegt hier niets toe. 'sloot' volgens de Dikke Van Dale: 'ge­gra­ven wa­ter, smal­ler dan een gracht en bre­der dan een grep­pel, als af­schei­ding of om over­tol­lig wa­ter af te voe­ren' Eerste zin na eerste witregel: de constructie met twee keer 'als' is niet erg mooi (ook goed opgemerkt door Hadeke) . coupes --> coupés 'IEMAND duwt het raam omlaag en Anna slaagt erin haar hoofd naast ZIJN arm naar buiten te steken. --> de verwijzing met 'zijn' naar 'iemand' doet op zijn minst vreemd aan. 'diens' zou hier naar mijn gevoel al beter werken. Als met 'zijn' blijkt dat die iemand een man is, kun je beter 'een man' schrijven in plaats van 'iemand', niemandsland --> twijfelachtig zonder lidwoord. Mooier bijvoorbeeld: 'een waar niemandsland'. 'uitstrekt' --> niet fout, maar 'uitrekt' was mooier geweest. ' toch staat de trein stil ongeveer honderd meter voorbij de overgang' --> ik begrijp waarom je 'stil' niet aan het eind hebt geplaatst (omdat het dan klinkt alsof hier het tot stilstand komen wordt beschreven, en zo ver was het al eerder). Maar daar voor het woord 'ongeveer' is niet echt een natuurlijke plek voor het woord 'stil'. Ik zou het gewoon weglaten, wat mij betreft geeft dat de zin juist meer kracht. 'als ze zich realiseert dat er iets verschrikkelijks moet zijn gebeurt...' --> '... moet zijn gebeurD.... '... waardoor ze nu stil staan' --> dit zou ik weglaten, dat geeft de tekst juist meer kracht. De lezer legt zelf die link wel (en wil liever niet onderschat worden). 'verontwaardiging maakt plaats voor de eerdere ongerustheid' --> dit is een beetje kort door de bocht. Beter zou klinken: 'verontwaardiging maakt WEER plaats voor de eerdere ongerustheid', al kan daar tegen worden ingebracht dat de verontwaardiging dan technisch gezien al eerder plaats moet hebben gemaakt voor die eerdere ongerustheid. Ik zou hier in ieder geval wel iets aan veranderen. 'stapvoets legt die enkele tientallen meters' -> 'stapvoets legt die enkele tientallen meters AF' (ook is 'die' wel erg informeel. Eerder verwees je met 'hij' naar de trein. Dat zou ik hier ook doen. 'De adem van Anna' --> Niet fout, maar 'Anna's adem' is mooier. Ook over de herhaling van 'iets' ben ik het met Hadeke eens. Ik begrijp dat je het vaag wilt houden, maar met een woord als 'iets' maak je je er sowieso wel heel gemakkelijk van af. En 'iets' (bovendien gevolgd door 'het') is dus per definitie niet 'iemand' (hooguit een niet langer als een iemand te herkennen iemand - ik weet niet of het je bedoeling is het direct zo luguber te maken, volgens mij wil je het vooral vaag houden.Beschrijf het (vorm, kleur(en), afmetingen, enz.), dat werkt vast nog veel beklemmender. 'Achter de wolken komt de zon tevoorschijn om zijn afdaling in te zetten.' -> Dit vind ik heel raar overkomen. De zon komt tevoorschijn, wat al een beweging is, en gaat DAARNA zijn afdaling inzetten. Dus dat tevoorschijn komen is niet in neerwaartse richting. De zon verandert dan dus vrij bruusk van richting? Met een kleine aanpassing bereik je wel wat je vermoedelijk wilde bereiken, bijvoorbeeld: Achter de wolken komt de zon tevoorschijn als opmaat tot zijn uiteindelijke afdaling. Ook vind ik net als Hadeke dat het einde zeker voor nog voor verdere verbetering vatbaar is. Het is nu toch een beetje een anticlimax, terwijl het juist als een climax bedoeld is. De zon die achter de wolken vandaan komt doet onherroepelijk denken aan 'achter de wolken schijnt de zon', wat ik hier persoonlijk niet echt op zijn plaats vind. De opbouw van de tekst en de afwisseling van zinnen qua constructie en lengte vind ik wel goed. De woordkeus kan op veel plekken zorgvuldiger, veelzeggender. 'knarsende remmen', 'onnatuurlijke stilte' en dat soort combinaties doen behoorlijk clichématig aan. Door daar juist nét wat op te variëren geef je het geheel veel meer zeggingskracht. En figuurlijke beschrijvingen moet je wel doseren, in 'een lange weg die zich als een grijs lint door het land uitstrekt en oplost tussen de velden' zou ik bijvoorbeeld niet voor én 'lint', én 'uit(st)rekt' én 'oplost' kiezen. Verspreid dat soort beelden wat meer over de tekst (misschien tenzij dit nu juist dé zin uit de tekst is die alle aandacht naar zich toe moet trekken, maar dat lijkt me niet het geval).

Lid sinds

8 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
John graag gelezen en zeer leerzaam de schrijfcoach. Ze geeft mooie aanwijzingen door deze aanwijzing: zonder daarbij hoofdzakelijk de toevlucht te nemen tot adjectieven. Je gaat het dan bijvoorbeeld zoeken in vergelijkingen en metaforen. Die ga ik onthouden. Ik wens je een inspirerend 2019 toe.