# 220 Van de ratten
Hij hoort de telefoon al nog voor hij goed en wel binnen is. Hem laten rinkelen is deze keer geen optie.
Mechanisch beweegt hij zich naar de handset en pakt hem op – de aanraking van het koele, licht vibrerende toestel zet hem zowat onder stroom. Aarzelend brengt hij het ding naar zijn oor.
‘Met Meneer Wang.’
‘Dag Meneer Wang’ klinkt de stem van zijn buurmeisje Marijn
Hij voelt de kracht uit zijn benen vloeien en zijgt neer op een stoel. Met elke seconde die woordloos verglijdt zakt zijn hoofd dieper weg tussen zijn schouders, als bereidt hij zich voor op een klap.
‘Hoe gaat het met Socrates en Plato?’
Wat moet hij in vredesnaam zeggen? Dat de ratjes, waarvoor hij beloofd heeft tijdens de vakantie goed te zorgen, het prima stellen? Dat het al met al goed meevalt en dat het inderdaad bijzonder grappige beestjes zijn die elke keer weer blij zijn hem terug te zien?
Of moet hij opbiechten dat hij nog niet zo vaak binnen geweest is – maar één keer om precies te zijn. Dat hij de huissleutel is kwijtgeraakt – echt overal gezocht maar nergens meer te vinden. Dat Plato en Socrates nu vermoedelijk honger lijden. Ziek zijn of erger. Omgekomen van de dorst. Dat het hem vreselijk spijt en dat hij er zelf ook niet van slaapt, maar dat het een kwestie is van overmacht.
‘Alles oké daar, Meneer Wang?’ roept Marijn ergens vanuit de verte.
Hij plakt de hoorn weer aan zijn oor, sluit zijn ogen en liegt zacht: ‘Alles oké.’
Dat wordt een moeizaam
Lid sinds
7 jaarRol
Oh Annetteke, wat een
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Ik hoop het vooral ook voor
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Dat gaat inderdaag geen leuk
Lid sinds
10 jaarRol
Oef, verdriet voor allebei,
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol
Ai ratjes zijn gelukkig heel
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Leuk verhaal maar je hoeft
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Ah, mevrouw Marie, nu begrijp
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Wat leuk dat hij meneer Wang
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Je zou je ratten maar
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol