Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schrijfopdracht #212 - Ongeboren kind

Daarbuiten is het een hele drukte. Ik hoor bekende stemmen. Ik herken die van mama direct en die van papa, maar ik hoor ook een vreemde stem. Een vreemde stem die zegt dat mama nu toch echt voort moet maken. De negen maanden zijn ruim voorbij, zegt hij. Tja, ik weet niet wie dat is, maar ik denk niet dat hij er veel verstand van heeft. Mama heeft hier echt niets over te zeggen, hoor. Ik zit hier hoog en droog. Bij wijze van spreken dan. Papa heeft vanmorgen nog een dappere poging gedaan. Hij begon heel luid tegen mama’s buik te praten, tegen mij dus. ‘Kleintje, kom tevoorschijn. We willen je zien. We zijn nieuwsgierig.’ Het deed pijn aan mijn oren en voor straf gaf ik een trap. Maar dat vond hij erg grappig. Hij dacht ik het met hem eens was. Misschien is mijn papa dommer dan ik denk. Want kijk, zij zijn misschien wel nieuwsgierig, ik ben dat niet. Of nou ja, misschien wel een beetje. Ik bedoel, het worden toch mijn ouders. Ik moet het een leven lang met ze doen. En als ze tegenvallen, kan ik ze niet inruilen. Dus ja, ik wil wel weten waar ik aan toe ben. Maar hierbinnen, hier in mama’s buik, is het heerlijk warm. En ik weeg niks. Maanden lang kon ik zweven en koppeltje duiken en boksen met mijn vuisten. Het wordt nu wel een beetje krap, maar het is nog prima vol te houden. Ho, daar is die vreemde stem weer. Wat zegt hij? Hij wil me gaan halen? Knappe jongen als hem dat lukt. Oh gelukkig, mama wil nog even wachten. Het gaat nog wel, zegt ze. Kijk, mama en ik, wij begrijpen elkaar. Ik ga nu weer slapen. Misschien morgen, mama. Of overmorgen.

Lid sinds

6 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dank je wel, John Doe. Ik ben nieuw hier en ik moet zeggen, ik heb het ook met veel plezier geschreven. Erg leuk om aan zo'n wekelijkse opdracht mee te doen.