#213 Voortbestaan

-‘Frank, doe normaal. Iedereen kan je horen.’ -‘Iedereen kan me horen? Iedereen kan me horen? Laat ze lekker! Dinges, Stef, Steef, ja hoi. Hier nog een bier en een ranja voor dat meisje naast me. Ze mag namelijk geen alcohol. Geen alcohol! Hebbie ‘m?’ -‘Kom op man, zo erg is het toch niet? En een wijntje mag ik nu dus wel. Voor mij is het ook niet simpel hoor.’ -‘Niet simpel? Supersimpel! Je genoot er gewoon van. Elke keer weer. Hier, moeten jullie eens luisteren: We deden het dus overal! Niet alleen in bed, maar ook in de keuken en …’ -‘Frank, je bent dronken. Straks val je nog van je kruk. Of erger, worden we de kroeg uitgezet. Ga gewoon mee naar het hotel. Je weet dat ik niet alleen over straat durf.’ -‘Ja hoor! En nu heeft ze me opeens wel nodig. Steef, ga je me eruit zetten? Nee toch! Weet je, zet er nog een biertje tegenaan! En vooruit een wijntje. Laat de ranja maar zitten. Ze mag dúuus wel alcohol!’ -‘Stefan, laat het wijntje maar zitten. We gaan zo weg hoor. Mag ik vast betalen?’ -‘Ho, ho, misschien wil ik straks nog wel wat. Iets sterkers. Rum! Ik ga me zo klem zuipen, dat ik ‘m vannacht niet eens meer omhoog krijg. Want weten jullie! Ja, jullie mogen het gerust weten! Het slaat toch allemaal dood. Geen bloemen in haar tuintje. Bloemen, snappen jullie! En bijtjes! Zoemmm, zoemmm. Bloemetjes en bijtjes.’ -‘Frank, ik heb het je uitgelegd. Ik durf het gewoon niet aan.’ -‘En na iedere keer de benen omhoog mensen. Want dan zou het beter nestelen!’ -‘Kom op Frank. Laten we er morgen nog eens over praten. Je moet ook proberen mij te begrijpen.’ -‘Hoofdpijn, dat had ik begrepen. Pillen tegen hoofdpijn. Of gewoon een eerlijk verhaal. Maar nee hoor, ik moet er zelf achter komen. Een bankafrekening mensen! Ze wil een kind met me en slikt gewoon de pil door! Dat lukt dus niet hè.’ -‘Tjeesus Frank, niet iedereen hoeft alles te weten. Frank. Frank. Haal je hoofd eens van de bar Frank. Frank?’ -‘Wat nou?’ -‘Kom op Frank. Stefan kan je een taxi bellen?’