# 213 Gezellig
‘Geweldig die nieuwe krukken, hè,’ zei de barkeeper glunderend toen Irma en Bob aan de bar van hun stamcafé gingen zitten.
‘Ik vind die ronddraaiende zittingen irritant,’ zei Irma.
‘Nu kun je tenminste nog naar de andere bezoekers kijken,’ vond Bob.
‘Ga dan bij de voordeur zitten,’ opperde Irma, ‘dan kun je iedereen zien.’
‘Jij hebt nog steeds een lekker humeurtje, schat. Ik hoopte dat je hier wat vrolijker zou worden.’
Irma reageerde niet en nipte van haar Jägermeister.
Even later ging er een vrouw aan de andere kant van Bob zitten.
Hij draaide zich naar haar om en zei: ‘Hallo, wat gezellig. Wil je iets van me drinken?’
Irma stootte hem aan. ‘Doe niet zo dom. Ze is alleen maar naast je komen zitten in de hoop gratis te kunnen drinken. Een vrouw die alleen naar een café gaat is niet te vertrouwen. Laat haar maar mooi haar eigen drankje betalen. Ik werk niet om een of andere sloerie op mijn portemonnee te laten teren en jij ook niet!’
Ze had zo hard gesproken dat het geroezemoes in het café verstomde.
‘Houd je een beetje in,’ zei Bob zacht.
‘Waarom? De meeste mannen hebben niet door dat sommige vrouwen misbruik van hen maken.’
‘Genoeg, Irma. Wat moeten de andere gasten wel van je denken?’
‘Dat zal me een zorg zijn.’
‘Ik vind het beschamend zoals jij je gedraagt.’ Hij wenkte de ober. ‘Mijn vrouw rekent vanavond alle glaasjes af, inclusief het wijntje van mijn andere buurvrouw.’
‘Begrepen.’
Woedend stampte Bob het café uit. Hij sloeg de voordeur zo hard dicht dat het glas in de deur brak.
‘Idioot,’ schold Irma.
‘Ik vrees dat dat glas ook voor uw rekening komt, mevrouw,’ zei de barkeeper.
‘Stuur maar op. Dat vechten we thuis wel uit. Schenk je me nog een keer in?’