# 186 Rijm zonder zee
Het ligt verdorie niet naast de deur, maar elke woensdag gaat ze naar Veur. Ze is net terug, hoor ik, met gekreun wurmt ze zich door de voordeur. De huid van die ouwe zeur verkleurt nauwelijks in de zon. En haar transpiratiegeur gaat exponentieel omhoog.
Ik sla mijn ogen ten hemel.
Lief Heerke, ontferm U over heur.
Want alles is haar koek en ei,
maar voor mij wordt het een sleur.
Liefst heb ik de keur,
tussen meiskes met wat kleur,
innig lief en zoete geur,
zonder het gewicht
van mijn dagelijkse steur.
Hoe wens ik een liefdesbeurt,
geen vrouw met een rothumeur
Wat denkt U,
Zou ze goed zijn voor de leur.
U weet wel, van deur tot deur?
Of is dat te veel terreur?
‘Mompel niet,’ zegt ze, de trap opgaand
de zweer op haar kin al geel vergaan
maar in haar ogen bruist er kleur.
Ik juich inwendig, ze heeft beet.
Ik denk een superieur sinjeur,
zo een Franse coureur,
een vrij hitsige charmeur,
misschien is het wel Jacques
haar rap-dansende coiffeur
‘Ik ga weg’, snauwt ze me toe,
‘Je stelt me heel erg teleur.’
En met vormeloze, kleurloze kleren
- sommige door jaren uitdijen gescheurd –
in een valies met vale stickers “Just married”,
scheurt ze, met woorden als ‘wees niet getreurd’,
naar een verbijsterde taxichauffeur.
Hè, hè.
Dus drink ik, heerlijk uitgezakt
zo een lekkere Fine Fleur.
Hallo Marlie, Leuk verhaaltje
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Hallo Marlie, ... wat heb je
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Die eur-klanken geven zo'n
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol