‘Hé Ed, vergeet je straks niet je lenskapje eraf te doen?’ Ed kan er niet om lachen, kijkt me gespannen aan. Het is zijn eerste huwelijksreportage. De trouwauto rijdt voor, een mooie antieke Citroën Traction Avant. Aad heeft hem fonkelend gepoetst en versierd met bloemen. Ook Aad ziet er pico bello uit; keurig in het pak mét chauffeurspet. Zijn ogen glimmen al net zo als zijn brikkie. Ruud brengt het bruidsboeket en de corsages. Het boeket is prachtig opgemaakt, een smaakvolle compositie met witte en blauwe bloemen. Met een brede glimlach opent hij een kartonnen doos en houdt het mij voor. ‘Kijk eens, speciaal voor jou, Ton. Het was even zoeken en rondbellen, maar ik heb een zwarte roos voor je op de kop getikt.’ ‘Dat je dat nog weet, Ruud! Supergozer die je daar bent! Dankjewel.’ Een jaar geleden bij een biertje verklapte ik hem mijn heimelijke wens; trouwen in een wit spijkerpak en met een zwarte roos in mijn revers. Net als Paul McCartney in The Magical Mystery Tour. Zie mij daar nou eens staan, daar naast die antieke wagen in mijn lichtblauwe pak. Met zwarte roos, dat wel. Mijn witte spijkerpak is een lichtblauw driedelig kostuum geworden. Orders van Marja. Ik word er niet goed van! Altijd weer wat Marja wil, verdomme! ‘Samenwonen? Effe serieus, Ton. Eerst een boterbriefje en een groots huwelijksfeest. Dat hoort zo in onze familie.’ Uiteindelijk kreeg ik het voor elkaar dat mijn vrienden betrokken werden. ‘Ja maar Ton, die Ed is een aardige jongen, maar hij begint nét als fotograaf! We trouwen toch maar één keer?’ Ik hield stand. ‘Ja maar Ton, die Aad heeft een oude roestbak; dat is toch ongepast? Waarom niet in een Rolls of een Bentley?’ Ik hield weer stand. ‘Ja maar Ton, die Ruud met zijn bloemenstalletje. Wat kan je daar nou van verwachten? Onze familie bestelt altijd bij die grote bloemenzaak in het centrum! Die levert ook aan het Koninklijk Huis.’ Ik hield nog steeds stand. Ik vraag Aad nog even niet te starten, ik moet nog een belletje plegen. Als ik daarna instap, zeg ik: ‘Aad, change of plans. We gaan de andere kant op, breng je me snel naar Esina? Marja kan de boom in!’