Autobiografische schrijfopdracht #17 – Het Podium
Het Podium
De spanning raast door de kleedruimte tussen de kwetterende stemmetjes van de kinderen. Het einde van het schooljaar wordt opgeluisterd met een optreden van de leerlingen voor hun ouders. Ik ben zes jaar en heb een hoofdrol als boerinnetje in het liedje ‘Het regent, het zegent’. Natuurlijk kan ik dit zingen. We hebben geoefend uit het boekje met de groene kaft. De voorstelling vindt plaats in de zaal van het oude parochiehuis.
De voetstappen en schuivende stoelen in de zaal, voeren de spanning achter de schermen verder op. De holle geluiden veranderen in een warm geroezemoes. Mijn boerinnenjurkje met schortje en mutsje maken dat ik mij een artieste voel. Straks moet het gaan gebeuren. Geluidsversterking is niet aanwezig. Er rust de belangrijke taak op mijn schouders, het liedje duidelijk voor iedereen verstaanbaar te zingen. Tussen de coulissen ruik ik de geur van de roden velours gordijnen. In mijn latere leven komt deze geur als een herinnering terug wanneer ik, na de winterstop, het vakantiehuisje van mijn opa en oma betreed.
De bovenmeester loopt, gestoken in een deftig pak, langs mij heen. De zaal verstilt. De voorstelling begint met de jongste klas. De juf fluistert mij toe ‘duidelijk en luid zingen!’ en geeft mij een zetje het toneel op. Doodstil wacht de zaal mijn klanken af en ik begin te zingen zo hard en duidelijk als ik nog nooit gedaan heb. De concentratie die hier voor nodig is, gaat helaas ten koste van mijn herinnering aan de tekst van het tweede couplet, dus besluit ik het eerste te herhalen. Bij het derde couplet komt het boertje op en zingen we samen verder. De zaal applaudisseert en wij buigen.
Drie foto’s zijn samen met het boekje met de groene kaft een warme herinnering aan deze eerste podiumervaring. Improviseren ben ik nooit verleerd.