Lid sinds

6 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#179 Gelukkig rijden er treinen

Op een middag ontmoetten Gert Diksma en een onbekende man elkaar op de brink van een dorp in het oosten van het land. Was het toeval, of hadden ze het afgesproken? Diksma had een tas bij zich, van opvallend rode kleur en het was duidelijk dat er iets zwaars in zat. Diksma had moeite zijn mond te houden, echter, gezien de afspraak die hij met zichzelf gemaakt had het gesprek niet te beginnen, beet hij op zijn lip. Diksma hoorde zijn ademhaling, zwaar, moeizaam, probeerde zijn schoenen te bekijken, en besloot gezonder te gaan leven. 'Indien nodig', zei hij, nauwelijks hoorbaar. 'Wat zegt u?', vroeg de man. 'Niks.' 'Het is een mooie dag.' 'Zeker.' Diksma zag dat hij van doen had met een bebaarde, onverzorgd uitziende man, van een jaar of vijfendertig. 'Wat zit er in uw tas?' Diksma keek naar de tas naast hem, pakte de tas en klemde hem stevig tussen zijn handen, als een vrouw die je na lang weer in je armen kunt sluiten. 'Iets belangrijks.' 'Dat zie ik', zei de man, 'u bewaakt hem met uw leven.' 'Klopt.' 'Komt u hier vaker?' 'Vandaag voor het eerst, veel te laat.' 'Hoezo?' Diksma vertelde over de ontmoeting die nu, veertig jaar later, zijn leven nog steeds bepaalde. Ze was blond, had krullen, en een lach die het dikste wolkendek deed openbreken. 'Sorry voor dat cliché.' Hij ging verder met hun ontmoeting, in een café in Nice, het oude gedeelte, waar de gebouwen dicht op elkaar staan, de straten smal zijn, en de mensen mooi. Zij was met afstand de mooiste. De leukste ook, en de enige die Nederlands sprak, haar accent deed daar niets aan af, het maakte haar schattiger. Ze was kapster, een jaar ouder dan Diksma, en wilde kinderen. Diksma wist meteen dat hij de vader van die kinderen moest zijn. 'Als ik een week later naar haar toe was gegaan, was ik de man in haar leven geweest.' 'Waarom heeft u dat niet gedaan?' 'Omdat ik nog niet wist dat je je grote liefde maar één keer tegenkomt.' 'Ik weet niet veel van de liefde', zei de man, 'maar doet het er toe of het een grote liefde is. U had moeten gaan.' 'Dat weet ik.' 'Hoe heet ze?' 'Madeleine Barkema.' De man liet zijn blikje bier op de grond vallen, het schuim stroomde over de donkerbruine schoenen van Diksma. 'Die kent u dus.' 'Ja.' 'Waar woont ze?' De man keek naar boven. Diksma zuchtte diep. 'Wanneer?' 'Vorig jaar. Kanker.' 'Was ze gelukkig?', vroeg Diksma. 'Volgens mij niet.' Diksma stond op, gaf de tas aan de man. 'Waar is het station?', vroeg hij. 'Een dorp verderop, vijf kilometer lopen.' 'Dank u.' 'Wat moet ik hiermee?' 'Open de kluis die erin zit. U kunt hem ontgrendelen met de postcode van dit dorp. Maak wat van uw leven, u heeft er meer recht op dan ik.' 'Wat gaat u doen?' 'Ik ga naar haar toe', zei Diksma. 'Maar ze is dood.' 'Zij wel ja.'

Lid sinds

6 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ondanks de enkele stilistische en technische kleinigheden vind ik het een mooi verhaal met een verrassend einde. Ook het feit dat er veel gezegd wordt in een simpel dialoog vind ik knap gedaan. Hieronder enkele, eerder genoemde stilistische en technische kleinigheden: [quote: Martijn Katsman]gezien de afspraak die hij met zichzelf gemaakt had het gesprek niet te beginnen[/quote] Doordat de persoon van tevoren een afspraak met zichzelf lijkt te hebben gemaakt, is het net alsof ook deze ontmoeting afgesproken was, terwijl dit niet het geval is. Dit zette mij op een verkeerd spoor, waardoor ik de tekst met een verkeerde gedachte in dook. [quote: Martijn Katsman]Hij ging verder met hun ontmoeting, in een café in Nice[/quote] Hier dacht ik even dat je het had over de ontmoeting tussen Diksma en de onbekende, waardoor het verhaal ineens gek werd. Ik moest er even doorlezen voor ik doorhad dat het over de ontmoeting ging tussen Diksma en het meisje. Door een aanpassing kan dit misschien duidelijker. Mooie invulling van de opdracht!