Lid sinds

9 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#179 Duur afval

Het winkelwagentje komt tot stilstand tegen de bank. Bij de winkel op de hoek. In de luwte van de bulderbaan van vliegveld Twente. Naast de bank wacht een stapel platgedrukte dozen, een zak met plastic en een dichtgeritste rode boodschappentas die zwaar oogt. Willem brengt een bekertje koffie en een broodje kaas, Loise’s loon in natura voor het wegbrengen van grof afval. ’t Hoekje is een kruising tussen de winkel van Sinkel, malle Pietje, meubelzaak, buurthuis en kruidenier. Je kunt er om een paperclips komen, of een tandenborstel, soda, tweeduims schroeven, een rol behang, maar even goed kamillethee, dropdrank, ouwe klare, heideborstel, snoeischaar, pannenkoekenmes, en massa’s meer. Willem is winkelier, klusjesman, fietsenmaker, drogist en vooral behulpzaam en een luisterend oor. Zijn vrouw Bets heeft altijd koffie. Ze weet alles van iedereen, en ze kookt elke dag genoeg om Loise een portie mee naar huis te geven waar zij alleen maar een lepel in hoeft te steken. Waar Willem en Bets hun zorgzaamheid op de directe omgeving uitleven zoekt dochter Debora het juist ver weg. In de toeristische plaats Goa in Kerala, aan de zuidwest kust van India. Daar heeft zij een school voor weeskinderen gesticht. Thuis zamelt zij hulpgoederen in. Als ze een container vol heeft gaat die op transport en vliegt zij naar haar tweede huis, zoals het voor haar aanvoelt. Ze heeft er alles voor over om verloren kinderen te redden van slavenarbeid. Daar is veel geld voor nodig. Debora zet haar fiets neer en loopt de winkel in. “Waar is die naaimachine?” “Welke naaimachine?” “Ik had hier een oude naaimachine neergezet, in een rode tas.” “Sorry, die stond bij het vuil. Loise zal hem meegenomen hebben.” “Shit!” Debora springt op haar fiets. “Loise, heb jij een rode boodschappentas gezien?” “Een boodschappentas? Die ligt op de belt.” Debora vindt de tas. Leeg. “Wat zat er eigenlijk in?” vraagt Loise. “Een oude naaimachine, voor India. Heb je iemand gezien?” Loise schudt haar hoofd, ze heeft niemand gehoord of gesproken. Willem vraagt zijn klanten: "Weet jij iets van een oude naaimachine?" “Kleine Hans heeft die gevonden op de belt. Een zwaar ding. Zijn moeder is er blij mee. Maar hij was erg stoffig, het leek wel of er meel in zat, vertelde zij.” Debora wordt afwisselend bleek en rood, zij bijt haar tong kapot. Een dag later wordt er ’s nachts ingebroken en de inventaris kapot geslagen. Willem en Bets schrikken wakker, maar durven niet naar beneden te gaan. “Weet jij hier iets van?” vragen zij aan hun dochter, die bij haar vriend sliep. Debora slaat de vernielde deur dicht. Ze begrijpt dat zij open kaart moet spelen. “Er zat een kilo coke in die naaimachine verborgen. Die moet ik vergoeden. Einde verhaal, begin ellende.” Willem: “Die vernielingen zijn een eerste waarschuwing”. “Dat Loise niks gezien heeft.” “Dat kan zij niet helpen, dat ze blind is."

Lid sinds

9 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Ha Peter, Stiekem een beetje afgeweken van de opdracht dat je niet begon met het verplichte stukje, maar dan nog een leuk verhaal geworden. Voor mijn gevoel is: Willem vraagt zijn klanten... tong kapot. Overbodig en haalt de vaart uit het stukje. Willem: vond ik breken met de mooie vloeiende teksten die je eerder gebruikte. De schok aan het einde dat ze toch niet een lief meisje was vond ik erg leuk gevonden.

Lid sinds

6 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Zo'n brave Loïse toch voor alle arme kindertjes. Verrassend einde, Peter. Wat betreft het winkeltje; als ik wist dat het bestond (een bestaansmogelijkheid had tegenwoordig) ging ik er accuut heen. Heel sfeervol. (Je bent inderdaad vergeten dat het eerste deel er verplicht bij gerekend moest (ook qua woorden...) Maar voor de rest, origineel en uitgekiend.