Lid sinds

7 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schrijfopdracht #177: bijzonder

‘Kijk dan. Daar tegen de donkere horizon. Nee, meer naar rechts. Ja, nu is het weer weg.’ Jan draait zich om. ‘Het was er echt, kijk dan sneller.’ Ook al is het donker, toch zie ik in de toon van zijn zinnen zijn boze gezicht. ‘Ja, daar.’ Jan heeft wel vaker momenten, dat hij iets ziet wat ik niet zie. ‘Ik zie wel wat licht,’ zeg ik turend, ‘maar kan het geen maaimachine zijn? Het zijn toch akkers, het zijn toch maisvelden?’ Het licht schiet ineens omhoog, blijft hangen en daarna in een rechte lijn nog hoger tot het niet meer zichtbaar is. ‘Morgen gaan we zeker kijken,’ zeg ik, ‘maar nu moet je echt naar bed.’ ‘Nee, het kan nog terugkomen. We wachten,’ klinkt het resoluut. Hoe ik ook mijn ogen beweeg, strak open of gluur tussen mijn oogleden, er is nergens meer een teken van licht te zien en dat is bovenal eigenaardig. We hebben een plek zonder lichtverstrooiing gevonden. Nou ja, behalve dan die opgestegen maaimachine. Onderweg naar huis zie ik dat Jan frequent achterom kijkt. ‘Morgen gaan we zeker terug,’ zeg ik en leg mijn arm liefkozend over zijn schouder. ‘Het moet er wel een zijn,’ bromt Jan nog na. ‘Maar nu ga je slapen,’ zeg ik en duw zijn slaapkamerdeur open. ‘Morgen gaan we terug. Dat heb je beloofd,’ zegt hij nog en trekt zijn dekbed met UFO afbeeldingen tot aan zijn nek strak tegen zich aan. Ik draai me om en probeer de buitenaardse wezens die aan zijn plafond hangen te ontwijken. Met zijn duim in zijn mond ligt hij al te slapen voor ik zijn deur dichttrek. ‘Wat ben je toch een bijzondere jongen,’ fluister ik.

Lid sinds

6 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Knap en bondig verteld. In het begin dacht ik even dat het om twee broers ging, maar achteraf gezien klinkt de stem veel volwassener. Door de laatste zin ga ik ervan uit dat het over de moeder gaat? Misschien is het sneller duidelijk als je haar van in het begin al wat meer autoriteit geeft ('je moet nu echt gaan slapen' ofzo) of haar haar zoon laat aanspreken met een troetelnaam. Door de ' ‘Nou, ik ... ' lijkt ze nu eerder besluiteloos. Dit vind ik leuk gevonden: Ook al is het donker, toch zie ik in de toon van zijn zinnen, zijn boze gezicht. Persoonlijk vind ik het leuker als je het zou openlaten of ze werkelijk iets gezien heeft of gewoon meegaat in de fantasie van haar zoon. Doordat ze 'want ik heb het ook gezien' denkt, ligt dit naar mijn gevoel al wat vast. ‘Morgen gaan we zeker kijken,’ zeg ik weifelend, want ik heb het ook gezien. ‘Het moet er wel een zijn.’

Lid sinds

7 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Fweijer, erg leuk. Zeker het begin vind ik sterk neergezet, je neemt de lezer meteen mee in de spanning. Met Lizeleest eens wat betreft de afloop. Ik was als lezer ook liever ik het ongewisse gelaten ;)

Lid sinds

7 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Leuk gevonden. Bij mij duurde het wel even voordat ik door had dat het ging om een ouder en een kind. Misschien kan je die relatie aan het begin duidelijker maken? En eens: een iets meer open einde had het verhaal spannender gemaakt.

Lid sinds

15 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dag fwijer, Een mooi, toch wel vertederend verhaal van een ouder die wel wil, maar niet kan volgen. Het kind dat blijkbaar erg bezig is met het UFO-syndroom, gezien de inrichting van zijn slaapkamer, wil toch zo graag bevestiging hebben over hetgeen hij ziet. Hopelijk houdt de oudere persoon zich aan zijn woord en gaat hij of zij de volgende dag ijverig mee op zoek naar mysterieuze sporen. :o Graag gelezen. 'legt de arm "over" zijn schouder?

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
behalve dan die opgestegen maaimachine ... :D Leuk verhaal. Ik begrijp dat je al eea hebt aangepast sinds de bovenstaade reacties. Ik vind het goed opgebouwd en afgerond, zoals het er nu staat.

Lid sinds

6 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Graag gelezen, leest prettig en vlot. Mooie miniatuur. Erg herkenbaar. Ik kon als kind ook lang staren naar de avondhemel, kijken naar de maan, de sterren, lichtjes van vliegverkeer (eigenlijk doe ik dat nog). En ik heb me ook verbeeld menig ruimtevaartuig te hebben ontdekt vroeger. Ik zie beide personen lopen in de avondlucht, de jongere vol van wat hij meent te zien (wie weet wàt hij ziet....) dat tot zijn verbeelding spreekt, de oudere vertederd door zijn zoon. En toch ondanks alle sympathie en vertedering is er een kloof tussen hen. De één heeft een heilig geloof in het buitenaardse, de ander is ouder, wijzer en begrijpt niet wat zijn zoon er in ziet. Zo zie ik het althans

Lid sinds

9 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Mooi het geloof in de fantasie van het kind weergegeven en de liefde van de ouder. Hij gelooft niet meer in alles, maar wel in liefde.