Lid sinds

6 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#168 Het Kerstdiner

Het Kerstdiner. ‘Het kan het laatste jaar zijn dat we allemaal bij elkaar komen. Mijn zus gaat dit jaar voor het eerst niet op wintersport. We moeten het maar gezellig proberen te maken, maar hoe, ’ zei ik. ‘Bekijk het positief en doe het voor je moeder, dat kan toch wel nog één keer,’ zei Wilbur. Een dag later zitten we met zijn allen te doen alsof. Mijn zus lacht het hardst om de grapjes van ma en de anderen lachen mee. Het huilen staat me nader dan het lachen, ik kan niet lachen, vertrek mijn mond een beetje. Niemand heeft nog gevraagd hoe het met mij gaat terwijl, iedereen het weet. Ma houdt haar mond stijf op elkaar, ze houdt niet van ellende, wil er niets van weten en blijft maar babbelen alsof haar leven ervan afhangt. Wilbur zit tegenover mij en als ik naar hem kijk geeft hij me een bemoedigende knipoog en ik zie zijn vragende ogen die willen weten hoe het met mij gaat. Ook ik knik. ‘Spelen jullie stommetje’ zegt mijn zus. ‘Ja, dat zie je toch. ’ Nu kijkt iedereen aan tafel mij aan, ze zeggen niets. Marleen en Kitty slaan hun ogen neer wanneer mijn broers weer aan de haal gaan met de opmerking van mijn zus. De aanhang weet niets te zeggen of durft het niet, bang voor de opmerkingen van hun partners. Mijn broers maken er een spelletje van. ‘Ja, stommetje spelen, en dan raden wat je wil zeggen, dat is een leuk spel.’ Henk vindt het ook een goed idee en wil meteen beginnen. De lucht van de soep maakt me misselijk, ik voel de pijn weer opkomen en wil mijn tas pakken maar ma kijkt me boos aan als ik wil opstaan en zegt dat ik me moet gedragen en niet zomaar van tafel kan lopen. Ze behandelt me nog steeds als een kind van vier, wat een ellende. Ik sta op om mijn tas te pakken en in het voorbijgaan grijpt ze mijn arm en houdt ze me stevig vast. Ik probeer me los te wrikken maar heb nog weinig kracht. Ondertussen denk ik, ze weet het en daar maakt ze misbruik van. Ik moet naar mijn tas zien te komen. Wilbur helpt me, staat ook op, geeft mij de tas en wil me weer naar de stoel brengen. Dan pas laat ma me los. Niemand zegt wat, iedereen kijkt strak naar zijn bord. Als ik zit kijkt ze me aan en zegt dat we hier gezellig zitten en dat nu de maaltijd eindelijk kan beginnen. Ze heeft alles bij het beste restaurant in de buurt besteld met een jongen erbij. De jongen is niet ouder dan 20, schat ik. Lang, slank en donker van huidskleur, echt iets voor mijn moeder, een donkere jongen bestellen om bij ons te serveren, ja hoor. Ik neem de morfine in met een beetje water en fantaseer over straks als dit allemaal afgelopen is en Wilbur en ik weer naar huis kunnen. ‘Drink je alleen water, je gaat toch niet de hele avond ongezellig doen, hè. Kom, een glaasje wijn verhoogt het plezier, en dat kan jij wel gebruiken zo te zien.’ zegt ma en ze schenkt me meteen een vol glas rode wijn in. Ze weet dat ik geen wijn mag drinken. Nog één zo’n opmerking en ik ga gillen, nee, ik val haar aan, ik giet de hete soep over haar heen, en als ik de kans heb doe ik een paar morfine pillen in haar wijn. Elk glas drie pillen, dan wordt ze tenminste rustig, heel rustig, heel stil. Voordat ik het besef heb ik in een onbewaakt ogenblik een paar pillen in haar glas gedaan. Ik kijk hoe ze haar glas aan haar mond zet en een flinke slok neemt. Ze houdt van wijn. In haar glas ziet de wijn er nu troebel uit, en ik ben bang dat zij het zal merken, maar ze babbelt maar door over haar heerlijke vakanties, het verrukkelijke eten in Frankrijk en de attente mannen in Hongarije. Ze schenkt haar glas weer vol, zo ken ik haar, achterelkaar drinken. In mijn tas zitten 20 tabletten, ik druk nog drie pillen uit de strip en als zij de jongen roept om het hoofdgerecht te serveren laat ik ze in haar glas glijden. De sterke geur van de kalkoen gemengd met kruiden die niet thuis te brengen zijn, de doperwten en de broccoli met de rode peertjes komen ongewild mijn neus binnen. Ik schuif een doperwtje van de ene kant naar de andere kant van mijn bord en pak voorzichtig nog een doperwtje uit de schaal. Dat laatste erwtje is een eigenwijze. Het stuitert van de ene naar de andere kant van het bord en ploft met een licht hupje op het spierwitte linnen tafellaken. Ik kijk naar mijn moeder die steeds moeilijker gaat praten. Niemand let er op, of niemand zegt iets, zo gaat het bij ons. De stem van mijn moeder wordt nu onvast en haar tong lijkt in de weg te zitten. Eindelijk wordt ze wat rustiger. De wijn slokt ze in één keer naar binnen. En dan zegt ze ‘zo’ en legt ze haar hoofd in haar bord. . De dokter komt en constateert de dood. ‘Ja,’ zegt hij, ‘ ze is al oud, dan kan je dat verwachten. Misschien te vermoeiend zo’n kerstdiner met zijn allen?’ Voordat Wilbur en ik naar huis gaan trekt mijn zus aan mijn jas. ‘Gezellig, komen jullie volgend jaar bij ons Kerstmis vieren,’ zegt ze met een knipoog.

Lid sinds

9 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hoi Schrijfgraag Een erg lang stuk, maar wel boeiend geschreven. Wat een moeder heeft de HP. De zes morfinetabletten en de wijn was te veel voor haar. Graag gelezen.

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Oeps Schrijfgraag, wat een luguber verhaal. Ik heb het ademloos gelezen, en met koude rillingen op mijn rug. Maar ... je schrijft - hoe vreselijk de inhoud ook is - het wel héél pakkend. Chapeau! Volgens mij ben jij nu klaar met je bijdrage voor de schrijfwedstrijd Kerstverhalen... ;)