#159 – Spookverhaal
Ik denk, dus ik leef nog. Tenminste, als er inderdaad geen leven is na de dood. Hoe lang geleden werd ik wakker in dit donkere hol? Tien minuten, een half uur? Ik weet het niet. Toen ik wakker werd, als ik dat werd, kon ik nergens aan denken. Nu voel ik alleen paniek.
Ik denk, aan wat hiervoor is gebeurd. De afspraak met Bram, die ik zou verleiden en daarna zou laten vallen als een baksteen. Dat zou hem leren om vreemd te gaan met die slet van hem. Hij denkt dat ik van niets weet, maar ik zag ze laatst samen in een donker hoekje van het café. Te druk bezig om op te merken dat ik er ook was. De schoft.
Hoe kom ik hier? Het etentje, daarna de disco, de verleidelijke blikken. De cocktails die hij voor me haalde. Daarna werd het zwart en dat is het nog steeds. De cocktails? Zou hij het geweten hebben?
Waar ben ik eigenlijk? Ik hoor alleen maar regen en onweer in de verte. En een huilende wind, waarvan ik niet weet waar hij vandaan komt. En dan die geur. Een penetrante open rioollucht. Of nog erger misschien.
Ik moet hier weg. Hoe kom ik hier weg?
Ik probeer te gaan staan maar stoot mijn hoofd tegen het lage plafond. Mijn handen tasten in het duister. Voorzichtig doe ik een stap naar voren. Ik loop met mijn lichaam voorovergebogen en mijn armen vooruit gestrekt tot ik met mijn handen een vochtige, koude muur voel. Ik ben zelf dus nog warm. Voor hoelang nog?
Ik begin te gillen. Wie kan me horen? Ik weet het niet. Ik màg niet in paniek raken. Geen paniek! Maar hoe kom ik hier uit? “Ik wil er uit! Help!”
Dag Emile, Je hebt een
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol