De duif fluisterde in haar oor: ‘Ik heb je niet lief, nooit liefgehad en ons samenzijn was schijterig.' Hij gaf haar een opdoffer. Om er aan toe te voegen: ‘Ik ga over naar een Turkse tortel.’ Zij verschool zich op trillende pootjes in haar verenpak en verborg dat haar snavel rood opgloeide. ‘Jij, bastaard, ik gaf je een kans op wilde seks. Maar je moest zo nodig eieren leggen. Je melk was zuur, je nest slordig en ons gebroed flikkerde er voortijdig uit.’ Zij snavelde terug: ‘Jij bent toch lekker steriel na onze paring, hoe lang duurt het voordat je de Turkse kan behagen?’ ‘Zij is elegant, niet zoals jij met je plofdijen, en als ze opgewonden is roept ze: "Wèèè." Ik loop niet meer achter je aan door de goot. Je leven is voltooid, je kan de duivenpil van me krijgen.’ Met een haal scheurde zij zijn krop open en werd vriendin met de Turkse. Zij werden een non-binair setje en legden geklutste eieren. Hij gutste uit zijn krop waar maden van vleesvliegen zich aan verlekkerden.