# 142
‘Ik, Bertrand van Moerbeecke, laat al mijn bezittingen na aan volgende organisaties …’
Hij stopt met lezen en staart naar de woorden. Zijn pen met zwarte inkt ligt zwaar in zijn hand. Een druppel valt op het vloeipapier eronder en volgt de nerven van het fluwelige roze. Alles wat valt, zal vergeten worden, of erger, is al vergeten.
Zoals hij.
In zijn leven heeft hij fortuin gemaakt. Is hij drie keer getrouwd geweest; weduwnaarschap en twee scheidingen waren gevolgd. Minnaressen later was hij overtuigd dat echte liefde niet aan hem was besteed. Godzijdank waren er nooit kinderen van gekomen. Het resultaat van zijn kinderziekte was met de jaren zijn geluk gebleken.
Hij kijkt op, de spiegel aan de wand voor zijn bureau weerspiegelt zijn zielige grijns. Zijn gelaat is moe, doorleefd alsof hij al een glimp van de eeuwigheid heeft mogen meemaken.
Geluk. Hij heeft het gevonden. Op een plaats in de wereld, die niet omkijkt naar wat was, enkel naar wat moet zijn. Een desolate plek in de bergen die hem afsluit van het wereldlijke dat hem confronteert met ongemak en aftakeling. Hij wil er sterven. Begraven worden zonder kist, onder de aarde terechtkomen met de naaktheid van een pasgeboren kind. Zich laten overwoekeren door onkruid, en misschien, heel misschien, zou er ooit een kind over hem heen huppelen, lachend en nog onwetend dat de wereld er is om de vrijheid en de liefde te koesteren die sommige mensen nooit mochten ervaren.
Dag Marlie, Wat een mooie en
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Marlie, ... wat heb je dat
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
marlie, Wat een mooie
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
@marlie, mooie passages, voor
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Mooie vertelling. Ik hoop dat
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
@marlie, volledig eens met
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Ik mis nog een titel of heb
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
Heel graag gelezen. Ik ben
Lid sinds
12 jaar 1 maandRol