Wekelijkse schrijfopdracht #139 – Hondengek vs hondenhater
Wandeling in het park
Tim loopt rustig door het Amsterdamse park. Hij ziet een knulletje dat een bal gooit welke Tim zijn kant op rolt. Hij wil bukken. Ineens blijkt achter de bal een enorme hond aan te rennen. De hond blaft, laat zijn tanden zien en komt dichterbij. Tim blijft staan. ‘Hé meneer, gooit u de bal nog een keer voor Pepper weg?’. Hij bukt en aarzelt bij het beet pakken van de bal. Hij voelt hoe de bekwijlde bal tussen zijn vingers glibbert. De hond is nu nog maar enkele meters van hem verwijderd en snel geeft hij de bal een zwieperd in de richting van het grasveld. Verbijsterd staart hij naar zijn handen, zucht diep en recht zijn schouders en vraagt aan de jongen ‘Wat is dat voor een ras’. ‘Een teckel meneer’.
Wandeling in het park
Tim loopt rustig door het Amsterdamse park. Hij ziet een knulletje dat een bal gooit welke Tim zijn kant op rolt. Hij loopt er naar toe en raapt het balletje op. Achter de bal blijkt een vrolijk hondje aan te rennen dat blaft en kwispelt en dichterbij komt. Tim roept ‘kom dan! Hier is de bal!’, waarop de hond om hem heen springt. Hij aait het beestje dat onderwijl de bal probeert te pakken. ‘Pak de bal!’ en hij gooit de bal in de richting van de jongen. Het is een leuk spelletje en met zijn drieën spelen ze een poosje met de bal. ‘Kom Pepper we moeten terug naar huis’. De jongen en zijn vriendje nemen afscheid en Tim steekt zijn hand op terwijl hij verder wandelt.