schrijfopdracht # de man met de warme das - deel 2
“Of ik wel weet hoeveel geld honderduizend Euro is? Man, er zijn zo veel Euro's door mijn handen gegaan. Beter gezegd, door de handen van mijn vertrouwelingen, regisseurs, bankdircteuren, vastgoedmakelaars, acteurs, echtgenotes van rijke zakenlui, vrienden, kennissen, theaterdirecteurs, kortom een hele schare “vrienden” die mij geholpen hebben mijn Euro's over de balk te gooien. Aan al die handen zaten graaiende vingers waar de bankbiljetten aan bleven plakken.
Ik moest mij niet bekommeren om mijn banksaldo, dat deden zij wel. Leef jij nou maar voor je kunst. Jij bent een groot acteur, een sublieme cineast en ...”
De man met het door ziekte getekende gelaat zwijgt abrupt en vestigt zijn ogen op het krantenknipsel met zijn foto.
“Ben ik dat? Is dat mijn kop?”
De verslaggever krimpt in elkaar bij de woedende blik die de kunstenaar hem toewerpt. Hij doet een stapje achteruit en stoot daarbij een klein bijzetafeltje om. Enkele fotolijsten kletteren tegen de grond. Geschrokken begint hij de glasscherven op te rapen. De foto' met het gezicht van de kunstenaar in zijn gloriedagen trillen in zijn handen. Foto' van de jonge God, van de eens zo gelauwerde acteur.
“Excuseer, mijnheer, excuseer mij alstublieft voor mijn lompheid.”
“Lompheid, ja, lompe stommeling, wat kom je eigenlijk doen? Verdwijn en neem die verdomde camera van je mee voordat ik hem door het venster smijt.”
“Ik had gehoopt om met het interview een reactie los te weken bij het grote publiek. Ik wilde U helpen om.....”
“Buiten!”