Lieve oom Jaap, Gisteren zat ik met uw vrienden bij de open haard. Het was vrijdag. Net als voorheen bespraken wij de gebeurtenissen van de afgelopen week. De gedachtenis aan u heeft een vaste plek gekregen tijdens die besprekingen. Ooit heeft u alle schepen achter u verbrand. De familie was woest. U werd vanaf dat moment doodgezwegen. Omdat niemand mij iets wilde vertellen, ben ik u gaan zoeken. Op een donkere vrijdag vond ik u tussen uw vrienden, rond een open vuur. U vertelde mij uw verhaal, terwijl uw vrienden regelmatig bevestigend knikten. Ontevreden met uw leven wilde u, voordat het te laat zou zijn, de andere kant leren kennen. Als de familie meer wilde weten, moesten ze maar vragen. Natuurlijk deden ze dat niet. Iedereen was kwaad en wilde niks meer met u te maken hebben. Nu had u ware vriendschap getroffen. Vrienden die trouw waren en alles deelden met elkaar. Tijdens mijn wekelijkse vrijdagbezoekjes zat ik tussen u en uw vrienden bij het open vuur en vertelden we elkaar onze belevenissen van de voorgaande week. U had uw wens aan mij kenbaar gemaakt. Dit was wat u gelukkig maakte, deze band wilde u houden, altijd. Zelfs tot na uw dood: een gevoel van trouw en saamhorigheid. U stierf een jaar geleden tussen uw vrienden bij het open vuur. Tijdens het voorlezen van uw testament werden zij door de familie met een scheef oog aangekeken. Maar ook nu toonden zij trouw en saamhorigheid. De familie had het nakijken. U had beschreven: ”Brenda is de enige geweest. Zij was werkelijk geïnteresseerd in mij en mijn leven. Aan haar laat ik alles na en geef haar ook het beheer over mijn volledige nalatenschap. Het vermogen, dat mij ten deel viel na een flinke prijs in een loterij heb ik, voordat ik mijn nieuwe leven begon, veilig gesteld. Bij haar is het in goede handen!” Oom Jaap, het landhuis heet “Thuis voor thuislozen”. Uw trouwe vrienden beheren het. De regels zijn duidelijk: onderdak geven aan degenen die dakloos zitten te wachten bij het open vuur. Zij kunnen zich warmen bij de open haard. Dank je wel, lieve oom Jaap.