Lid sinds

8 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 122 - Het zal me worst wezen

Hij hield de spuitbus in zijn hand en grinnikte. De hand op zijn schouder had hij wel verwacht. ‘Betrapt, kerel. Jij komt met me mee.’ Hij stak de spuitbus in de zadeltas over zijn schouder, draaide zich langzaam om, nam zijn pet af, woelde door zijn haren, bekeek de pet alsof hij ze voor de eerste keer zag, plukte er een pluimpje af en drukte ze dan weer op zijn hoofd. ‘Agent,’ tikte hij zijn hoofddeksel aan, niet in het minst onder de indruk van het uniform. ‘Me… Meneer Vanderstichel?’ herkende de man hem. ‘U? Op de schuur van boer Janus? Janus vermoedde dat het die kwajongens van Malle Mie waren. Maar u?’ De ogen onder de kepie bewogen rusteloos van hem naar de vetgespoten letters op de schuur. ‘Leipe shit ouwe,’ murmelde de politiemond aangedaan. ‘Mooi hé,’ kon hij niet nalaten te zeggen, ‘vooral dat leipe.’ Hij hoestte een fluim op en kwakte deze naast de voeten van de agent. ‘Ik moet u vragen mee te komen naar het politiebureau.’ De agent herinnerde zich zijn functie en rechtte zijn rug. In zijn ogen bleef het ongeloof hangen. In het plaatselijk kantoortje ratelde een typmachine om de wereld te bewijzen dat ze nog niet was afgeschreven. Een vlieg bromde luidruchtig tegen een groezelig raam, een andere pompte haar lijf in een barst in de muur. Na al die jaren was afbladderende verf een deel van het geheel geworden. Het klopje op de deur werd gevolgd door een lusteloos ‘binnen’. ‘De man achter de graffiti, commissaris...,' er klonk verveeldheid in de stem, '... is meneer uw grootvader.' ‘Dank je, Renzo.’ De ondergeschikte keek van de ene naar de andere maar maakte geen aanstalten om te vertrekken. ‘Ik regel het wel,’ zuchtte de commissaris. De deur was nauwelijks dicht toen de jonge overste als door een energiestoot getroffen rechtstond. ‘Grootvader, wat heb je gedaan?’ Hij plofte terug neer, maar bleef zijn grootvader ontzet aankijken. ‘De letters nog wat aangedikt. Ach jongen, een oude man als ik zal slechts een aanmaning krijgen. Denk je nu echt dat ik je niet doorheb? Janus heeft jou als kind nooit kunnen uitstaan. Gisteren rond zonsopgang heb ik je zien wegsluipen naar zijn schuur. En nog iets. Ik weet dat dit boerengat je verveelt en dat je liefst zo snel mogelijk wil verdwijnen. Laat het dan zijn zonder enige blaam.’

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Marlie: Mooi opgebouwd met verrassend plot. Weer een ' bejaardenstreek' met de bijzondere 'opa-kleinzoon' relatie. Moest ook deze keer een paar keer lezen :) Graag gelezen, Connie

Lid sinds

16 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Marlie, Je hebt mooi gebruik gemaakt van details waardoor ik de omgeving zie. Verrassend verhaal ook. Ik zou 'Denk je nu echt dat ik je niet doorheb' veranderen in 'Dacht je nu echt dat ik je niet doorhad' Leuk!

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik vind dit een bijzonder fraaie uitwerking, marlie. Onderstaande passage is mijn favoriet.
In het plaatselijk kantoortje ratelde een typmachine om de wereld te bewijzen dat ze nog niet was afgeschreven. Een vlieg bromde luidruchtig tegen een groezelig raam, een andere pompte haar lijf in een barst in de muur. Na al die jaren was afbladderende verf een deel van het geheel geworden. Het klopje op de deur werd gevolgd door een lusteloos ‘binnen’.
Niet alleen is het een mooie sfeerbeschrijving, maar het onderbouwt ook de drang van de kleinzoon om te ontsnappen aan zijn omgeving. Ook de overige details die je hebt aangebracht. maken dat het verhaal leeft.

Rol

  • Anoniem
Hallo Marlie, Opa die daad van zijn kleinzoon verdoezelt. Leuk bedacht. Ik ben al diverse verhaaltjes tegengekomen waarin opa en kleinzoon een rol spelen, ook dit is weer een leuke variant. ‘Hij hoestte een fluim op en kwakte deze naast de voeten van de agent.’ Heb hier erg om moeten lachen. Schrijfcoach Corrie