Geluk; Mijn geluksmoment. schrijfopdracht #113
Geluk.
Vandaag was het woensdag. Gelukkig maar een halve dag school. O, wat een hekel heb ik toch aan school. Ik heb er nu echt erg genoeg van. Was het maar vast vakantie. Dan gingen we naar oma. Zij was op bezoek vandaag, vanwege Nico's verjaardag. Om vier uur gingen we haar naar de trein brengen. Het station vind ik de mooiste plek van Den Haag. Daar vertrekken de treinen naar Deventer. De vakanties bij oma zijn geweldig. Dat mooie grote huis en de wei met de schapen, de bossen in de buurt, de IJssel en het IJsselbad. En oma zelf van wie alles mag, vooral als papa en mama er niet bij zijn. Ook tante Aaf is altijd aardig voor ons. Zij doet het huishouden. En we hoeven niks, behalve als het mooi weer is, dan moeten we naar buiten, omdat het anders zonde is van het mooie weer.
We mochten mee de coupé in en zaten gezellig nog even bij oma op de bank. Papa en mama bleven buiten voor het raam staan. Plotseling zag ik ze naar achteren schuiven. Ze zwaaiden. Ik schrok. De trein reed! Wij rijden weg oma, riep ik en keek haar aan. Wat nu? Oma lachtte. We gaan naar Gorssel, zei ze en jullie gaan mee. Het is een rassing! (zo noemt ze dat) Ik kon het eerst niet geloven en toen pakte ik haar arm. Het was waar. Ik drukte me dicht tegen haar aan en moest bijna huilen van geluk.
Hij is een aantal keer dubbel
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol