#112 Koi no yokan
… Bril, maf montuur, rust om haar hals. Hand loopt door zwart haar, zwart als raaf. Polka dot trui, pantalon is blauw, bontlaars, bontkraag. Glimlacht naar mij, maar waarom?
Aardig?
“Amor”?
“Daad?”
Mijn pik, stijf op mijn dij. Ik schaam mij nu. Lust?
Ik storm op haar af. Ik glij uit op ijs. Haar schrik. Of angst?
Zij stapt voorzichtig op ijs, komt naar mij, glijd ook bijna uit.
Disco dans!
Disco koorts!
Disco mania!
Valt ook op haar kont. Ik lach haar uit.
Zij kijkt boos, maar lacht dan ook.
Ik grijp naar mijn kuit.
“Och! Tortuur!”
“Ach knaap, gij zijt in pijn!” Hand rijkt uit, sjort, rukt mij omhoog.
Ik smak op haar hand, haar wang, haar koortslip.
Oogbal!
Likliklik.
Gil! Krijs! Naaldhak in mijn scrotum! Duim in mijn oog!
Mijn gil! Mijn krijs! Rood vocht in pantalon! Ruptuur in balzak!
Kruipt. Gilt om hulp. Haar bril in mijn hand.
Dat is nu van mij.
Zij is nu van mij.
Ik val flauw. Pijn…
Koi no yokan…