#99 - De koekeloerder
Twee mensen, een man en een vrouw. Ze praten niet veel. Ik zie ze zitten op het bankje. Schuin, achter een van de poten van het bankje, heeft een grote plas met water zo groot als mijn laars, zijn huis gebouwd. Achter ons zoeven fietsers langs om maar op tijd ergens te komen.
Ervoor ligt een weiland, grenzend aan een loofbomenbos en een zandpad. Het bankje staat op een grensgebied, een overgangsritueel van weide naar struiken, bos en overgroeide slootjes. Het gras keuvelt rustig met de brandnetels aan de andere kant van het hek en bijen zoemen van bloem naar bloem.
Hij draait zijn hoofd naar haar toe, en kijkt haar aan. Zijn mondhoeken krullen omhoog en stuurt haar ongemerkt een liefdevolle glimlach toe. Ze keek net de andere kant op, maar draait haar hoofd, net op tijd, naar hem toe en ze doet alsof ze zijn steelse glimlach niet heeft gezien.
Hij wordt verlegen en voelt zijn wangen gloeien. Snel pakt ze zijn hand vast en knijpt er zacht in terwijl ze doet alsof ze naar het grind tussen haar voeten kijkt. Hij glimlacht.
Deze stille conversatie herhaald zich een aantal keer, om beurten elkaar steelse glimlachjes schenkend. Twee handen liggen vredig tussen hen in op het bankje, liefdevol in elkaar verstrengeld.
Ze genieten van elkaar, samen op het bankje in de bijna morgenzon. De zon kruipt langzaam aan de hemel omhoog en kleurt de lucht roodgeel goud.
Hij strekt zijn arm en koestert haar schouder innig met zijn hand. Twee neuzen en twee lippen worden liefdevol verenigd in de gloed van de opkomende zoen, verdwalend in tedere slowmotion.
Ik zie hun reflectie in de, nu bloedrode, plas water groter dan mijn laars: twee ouwe vreemdelingen verstrengeld in een eeuwige kus bij een grinnekende zonsopkomst. Mijn mes druppelt rood.
Een bijzonder verhaal,
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Hallo Droompiloot, Na een