#97 Dodenlied
Een lofzang was het niet, ’t had meer iets van een dodenlied.
Merel zong haar zang over ongerijmde gedichten,
en over haar kindje wat zij piepend van de pijn,
op mijn gazonnetje achterliet.
Het geluk dat ik wilde had vele gezichten.
Worm op de deurmat, kruip weg voor de zon.
Jonge merel in de tuin, als jij eens vliegen kon,
bleef je gespaard, voor het lot van je kleine neefje,
die – hups – zijn laatste vlucht maakt
naar het gat in de grond,
en toen nog steeds leefde.
Naast de hortensia groef ik een nieuw dodengat,
en in dromenland droomde ik van een pacifistische kat.
Ik heb weer wat tijd om
Lid sinds
8 jaar 5 maandenRol
@Anton, wat leuk en nu vooral
Lid sinds
13 jaar 1 maandRol
@Anton, nog een reactie! Ik
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Mooi stukje, Anton, en ook
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Bedankt meiden, voor de
Lid sinds
8 jaar 5 maandenRol