Lid sinds

8 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#83 – De dialoog

Ze hebben afgesproken op neutraal terrein. Niet bij iemand thuis. Hoewel zijn huis toch langere tijd ook haar thuis is geweest, is die plek misschien wel de minst neutrale plek voor twee ex-geliefden die vele jaren na een pijnlijke breuk proberen vrede te vinden met alles wat er gebeurde. Peter is er iets eerder, hij besteld een kopje koffie en twijfelt of hij voor haar vast een grote mok thee zal bestellen met wat ooit haar favoriete smaak was, maar besluit het niet te doen. Wie weet drinkt ze tegenwoordig wel koffie. Dan gaat de deur van de verder nog lege kroeg open en stapt Eva binnen. Lange jas, strakke spijkerbroek, haren mooi in de krul. Rode lippenstift, een laagje poeder over haar fijne gezicht. Ze geeft Peter een voorzichtige kus op de wang, hangt haar jas op en gaat tegenover hem zitten. Ze kijkt hem schuchter aan en opent haar mond. Daar gaan we dan, denkt Peter. En daar gaan ze. “Hoi. Hoe gaat het met je?” - “Het gaat goed hoor. Druk met werk, familie en vrienden,” even houdt hij in en stelt dan de verplichte tegenvraag. “Ja, met mij ook goed. Net terug van een weekje snowboarden in Oostenrijk en dat was erg leuk. Ben wel een keertje gevallen en mijn pols doet nog steeds wel pijn. Komende week maar even naar de dokter, denk ik.” Ze zwijgt. De serveerster komt informeren wat Eva wil drinken. Ze bestelt cappuccino, Peter vraagt om een tweede kopje koffie en ze nemen ieder een stuk appeltaart. Zonder slagroom. “Wat is de reden dat je af wilde spreken?” ze stelt de vraag maar gewoon. “We zijn al bijna vijf jaar uit elkaar. Geen idee wat jij allemaal doet, maar ik ben inmiddels getrouwd met Barry. We zijn gelukkig samen, willen graag een groter huis en kinderen. Maar dat weet je allemaal al. Waarom wil je nu, na al die jaren, nog praten over wat er toen gebeurde. Wat valt er nog te zeggen? Wat is er nog te halen in een verleden dat ik zo graag wilde vergeten, maar dat me om iedere hoek van elke straat in elke stad op de wereld stond op te wachten.” Ze haalt even diep adem. Haar stem werd geleidelijk luider terwijl ze haar zinnen sprak. In de korte stilte die valt, brengt de serveerster koffie en gebak. “Dit is de reden,” antwoord Peter zacht. Ze kijkt hem even niet-begrijpend aan. Hij haalt ook diep adem, verzameld zijn gedachten. Dan komen ze er allemaal uit. “Ik hou nog steeds van je. Ik heb nooit opgehouden van je te houden. En jouw woede over wat er vijf jaar geleden gebeurde, doet me verdriet. Ik ben blij dat je gelukkig bent met Henk..” - “Barry,” verbeterd ze. “Barry, Henk. Whatever. Ik ben blij dat je gelukkig bent. Ik ben ook gelukkig. Mijn leven is goed, ik heb een geweldige vriendin, goede vrienden, mijn familie is nog steeds alive and kicking. Wat er tussen jou en mij is misgegaan blijft me echter achtervolgen. Als ik aan mijn tafel zit op mijn stoelen in een huis dat ooit van ons was, dan denk ik iedere dag aan je. Aan de spullen die we samen kochten. Aan de muren die we samen verfden en die inmiddels alweer drie keer zijn overgeschilderd. Ik wilde je wegpoetsen uit mijn verleden. De schuldgevoelens negeren, vergeten en gewoon doorgaan met zingend door het leven fietsen. Maar het lukt niet. Als er geen afleiding is, in welke vorm dan ook, dan komen de herinneringen. Herinneringen aan jou en aan ons. Portugal, kerstmis, verjaardagen, de Efteling. Honderden momenten van liefde en geluk. En daarop een knagend schuldgevoel. Want ik heb je nooit mijn excuses aangeboden voor wat ik heb gedaan. En dat zit mij dwars.” Eva neemt een paar hapjes van haar appeltaart, terwijl ze even nadenkt. Er komt een weifelend en langgerekt “Oookeeee…” uit haar mond. Verder blijft ze stil. Dan gaat ze rechtop zitten. “Dus omdat jij je nu schuldig voelt, moet ik alles weer oprakelen?”. “Omdat jij onze mooie herinneringen zelf verpest hebt met je trieste gedrag, wil je dat ik hier kom zitten en alle pijn en het verdriet nogmaals beleef?”. “Weet je hoelang het geduurd heeft voordat ik weer eens een man in de ogen kon kijken? Hoelang het duurde voordat ik weer iemand kon vertrouwen zonder een stemmetje in mijn achterhoofd dat heel hard stond te schreeuwen dat hij me toch wel weer zou bedriegen. Want dat is wat alle mannen in mijn leven hebben gedaan. Nico deed het tientallen keren en toen kwam jij. Jij was anders! Jij was lief! Jij was te vertrouwen. Jij zou een vrouw als mij nooit bedriegen. En dat deed je wel!” Ze fluistert haast, maar de ingehouden woede is voelbaar over tafel. Peter schuift ongemakkelijk op zijn stoel heen en weer. Hij wilde de waarheid op tafel en die zal hij krijgen ook. Dat is duidelijk. Allebei zwijgen ze. De serveersters die tot zover een rustige donderdagochtend hebben, willen niet meeluisteren, maar het is niet moeilijk om alles te horen wat er gezegd wordt. Het is zelfs erg lastig te negeren. Ze kijken af en toe richting het enige tafeltje dat bezet is, verder doen ze wat ze altijd doen. afwassen en opruimen. De spullen klaarzetten voor de verwachte middagdrukte. De muziek hebben ze wat zachter gezet, want stiekem willen ze niets missen van het gesprek bij het raam. “Het spijt me.” Peter kijkt Eva aan, legt zijn handen om zijn lege koffiekopje en proeft de bittere smaak van de gewichtsloze woorden die hij zojuist sprak. “Het spijt me. Het spijt me. Het spijt me.” Ze spuugt de woorden terug in zijn gezicht. “Ik voel me zoveel beter nu. Dankjewel.” “Wil je verder nog iets zeggen? Anders ga ik nu liever naar huis. Ik heb hier geen zin in. Geen tijd voor. En ik zie nog steeds het nut hier niet van in.” “Echt niet? Hoe kan je dat nou zeggen? Alle woede en verdriet die je de afgelopen twaalf minuten ten toon spreidde heb je de afgelopen vijf jaar meegedragen. Zoals ik mijn schuldgevoel overal mee naartoe sleep. Naar iedere eerste date en in iedere serieuze relatie. Wil je dat niet kwijt raken? Boos worden, slaan en schoppen, schreeuwen en gillen. En daarna naar huis gaan en huilend onder de douche gaan staan?”, Peter haalt even adem en gaat op zachtere toon verder. “Dat is namelijk wel wat ik wil. Niet slaan of schoppen. Niet boos worden of gillen. Ik heb geleerd dat we allemaal ons eigen pad volgen en dat dingen gebeuren voor een reden. Als wij samen waren gebleven had jij nooit zoveel van de wereld gezien als je nu gedaan hebt. Als wij samen waren gebleven had ik nooit gezien en gedaan wat ik nu gedaan heb. Uit dat besef heb ik veel rust kunnen halen. Je lijkt me oprecht blij met je leven en ook daar haal ik veel rust uit. Maar ik zou graag de losse eindjes aan elkaar knopen. De overgebleven restjes pijn en woede eruit gooien en dan zonder schuldgevoelens aan mijn eettafel zitten.” Terwijl Peter praat, zit Eva hem met een ijzige blik aan te staren. Hij vraagt zich af of ze hem nog wel hoort. Als Peter zijn laatste zin gesproken heeft, staat Eva op. Ze trekt haar jas aan. Peter kijkt haar een beetje verloren aan. Hij doet zijn mond open om wat te zeggen, maar zwijgt. “Wat jij wil, doet er voor mij niet meer toe.” Dan draait ze zich om, loopt naar buiten en kijkt niet meer om.

Lid sinds

18 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Beste Aap, Wat een lange tekst! Mijn schuld, ik had geen limiet aan de lengte opgegeven. De bedoeling was om een tamelijk 'kale' dialoog te schrijven, zonder er tussendoor veel te vertellen, alleen als het absoluut noodzakelijk was. Jouw introductie is al vrij lang, laat niets meer te raden over. Tussendoor staan ook lange stukken uitleg en monologen. Probeer eens of je alle uitleggerige tekst kunt schrappen en de spanning alleen door de dialoog kunt oproepen. Het is nu allemaal nogal voorspelbaar. Verras de lezer eens met een onverwachte wending. Succes, groet van

Lid sinds

15 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dag Aap, ja, voor mij is de tekst ook te langdradig. De opgave was om een dialoog te schrijven. Ik vind mooie zinnen in je tekst, maar ook veel onzin. Geliefden horen stilzwijgend uit elkaar te gaan.......( enfin, ja, dat is mijn mening na een leven vol ervaringen!) Het heeft geen zin om met modder te smijten; het komt toch nooit meer goed. :o Onthoud alleen de fijne uren die je samen hebt beleefd.