Möbius #77
‘Professor Möbius,’ fluisterden de mensen op het Vrijthof.
De verstrooide geleerde liep trillend met een briefje van tien richting de viskraam. Zijn laboratoriumjas zag er versleten uit, met hier een daar duidelijke brandvlekken. Voorbijgangers bleven stilstaan, zelfs de toeristen staarden. “Möbius!” wees een Japans gezin en de Nikon camera’s klikten rap.
Möbius schoof een aantal klanten, die kibbelingen aan het eten waren, aan de kant. Enkele inheemse scheldwoorden volgden, maar Möbius had maar één doel in zijn warrig hoofd.
‘Broodje Haring!’ riep hij tegen de visboer.
‘Ga eerst in de rij staan, grijze duif, andere klanten zijn je voor.’
‘Monsieur! Dit is een geval van leven en dood. Broodje Haring, met ui!’
De visboer keek naar de rij klanten en die gebaarde van, geef die man zijn broodje en dat hij snel oprot.
‘Een broodje Haring, met ui komt eraan.’
‘Nnniet te zuur.’ stotterde Möbius.
‘Ze zijn allemaal hetzelfde, Kwiebus, moet ik er wat suiker opdoen?’
‘Nee, God, nee, suiker dat is uit den boze en het is Möbius, niet Kwiebus.’
De visboer schudde eens met zijn hoofd en pakte het broodje in.
‘Van de zaak. Nu wegwezen.’
Möbius keek naar het tientje en stopte het in zijn jas.
‘Dank u, heer!’
‘Ja ja, volgende klant.’
Möbius verliet het vrijthof en liep licht hinkend richting de Wilhelmina-brug. Daar nam hij de trappen naar beneden en nam entree in een verlaten pand.
Binnen was het kil en donker, ingegooide ruiten en verschillende soorten groen groeide aan de muren.
Aan het eind van de ruimte nam Möbius een kleine trap die naar een benedenverdieping leidde. Hij bleef staan bij een stevige deur, met daarnaast een retinascanner. Hij hield zijn oog ertegen, maar door zijn zenuwtrekken waren er enkele pogingen nodig.
De deur opende langzaam en hij stapte een nieuwe ruimte binnen waar zich nog een beveiligingsdeur bevond. Deze was stembestuurd.
‘Mischa Möbius.’
Het commando werd verwerkt en er volgde een klik. Hij draaide de hendel van de deur om en de zoute geur kwam hem weer tegemoet. Voor hem stond een grote watertank en Möbius keek zenuwachtig om zich heen.
‘Samuel?’ stamelde hij.
‘Hier,’ klonk er kortaf.
Möbius keek naar rechts en zag de sigaarrook al vanachter de relaxfauteuil vandaan komen.’
‘Heb je het broodje?’
‘Ja. Ik hoefde zelfs niet te betalen.’
‘Mooi, dan mag je morgen ook voor jezelf iets uitzoeken, Vader.’
De stoel draaide zich langzaam om. De gemuteerde Zeeotter met menselijke trekken nam het broodje aan en draaide zich weer om.
‘Smakelijk, mijn zoon.’
Richard Otten, heel
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Dank je JP
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Het is wel duidelijk dat R.O.
Lid sinds
13 jaar 1 maandRol
Je hebt de spanning goed
Lid sinds
9 jaar 8 maandenRol
@Elyse, je hebt me helemaal
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
En er is niemand
Lid sinds
9 jaar 6 maandenRol
@Mieke, De Haring dan? Die
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
RichardOtten schreef: @Mieke,
Lid sinds
9 jaar 6 maandenRol
@Richard, ik haat haring maar
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Dag Richard, Je bent een
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Hallo Richard Otten, Hoe een
@Mili, Blavatski en Corrie,
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol