De witte wieven #63
Hopman Rans nam plaats op de vertellerssteen. De kampkinderen keken verwachtingsvol omhoog en waren al dichter tegen elkaar aan gaan zitten rond het knetterende vuur. Een moment lang was alleen brandende hout te horen.
“Op een nacht met een volle maan, een nacht zoals deze, is er de kans dat je witte wieven tegen komt. De witte wieven die hier in de regio ronddwalen zijn de geesten van de overleden gezusters Doormann. Zij woonden ooit in een hutje vlak bij de grote oude eik op het plein voor de blokhutten”. Sprak Rans met rouwe stem voordat hij een slok nam van zijn koffie en lachte een moment.
“ Maar de oprichter van dit kamp, Johan Janssen, wilde hier het kamp bouwen. Hij probeerde met steeds groter wordende bedragen de zusters uit hun hutje te kopen. Maar hoe groter de bedragen hoe feller werd het verzet van de zusters. De dorpsbewoners die in het dorp verderop woonden waarschuwden Johan voor hen. Zij zouden heksen zijn die hem konden. Johan lachte hen weg en besloot een laatste optie te bieden voor de vrouwen. Hij bood hen 1 miljoen guldens. De oudste zuster wachtte hem op en lachte hem uit ten overstaande van het hele dorp”.
Hopman Rans keek de kring met kinderen rond en imiteerde de schelle lach van de zuster die langzaam afstierf hoe verder de lach van het vuur verwijderd raakte. Hij haalde diep adem en vertelde verder. “ De zuster sprak tot Johan: Wij sterven nog liever dan dat wij dit huis verlaten.
Johan, die tot in zijn nek kleurde ten overstaande van het hele dorp riep “ Fijn! Als je het zo wilt kan je het zo krijgen.”
“Dan zullen wij je najagen na onze dood tot jij de jouwe vind en generaties na jou” sprak de vrouw kalm waarna zij leek op te lossen in het niets.
De volgende ochtend trok een grommend geluid door de bossen. De zusters wisten niet wat hen zou overkomen. De bossen weken uiteen en bomen sloegen tegen de grond toen de bulldozers te voorschijn kwamen. De zusters stapten naar buiten en gingen demonstratief voor hun huis staan. De bouwvakker die de wagen reed stopte vlak voor hen. Johan kwam uit een jeep gestapt en riep tegen de man dat hij door moest rijden. Maar de man weigerde. Hij kon die vrouwen toch geen pijn doen?
Johan duwde hem aan de kant en stapte zelf in de bulldozer. Een moment keken de oudste zuster en Johan elkaar aan. Toen gaf hij gas. Het gekrijs van de vrouwen die hun dood stierven is soms in gure onweersnachten nog steeds te horen”
Rans werd stil. De kinderen zaten stok stijf te luisteren.
“Op een volle maan als deze komen ze. De gezusters Doormann. Krijsen om hun hutje. Johan stierf eenzaam in een cel voor de moord op deze vrouwen. Zonder een Johan om achterna te jagen, jagen ze nu op de kinderen die dit kamp betreden. Zie ik daar nu een witte mist opkomen?”
Dag Heksvivian, ik vind het
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Ik ben het met Blavatski
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol