Wekelijkse schrijfopdracht #62 – Het theater van Epidaurus
Daar stond hij dan. Helemaal vanboven terwijl ik beneden stond. Het was alsof elke stap die hij zette, me meer en meer moed gaf om het te zeggen. Maar toch… Ik kon het niet zeggen! De woorden lagen op mijn lippen zoals mijn hart in mijn keek lag. En het was niet iets wat je tegen iemand die je al jaren niet meer hebt gezien zei…
De laatste paar mensen verlieten het theater. Wij waren alleen. Als ik niet snel iets zei, zou hij weg zijn. Ik zou hem zeker niet meer zien… Shit! Mijn handen trilden en ik zweette als een gek. Stomme zon. Stom theater. Stomme ik. Als ik dat niet had gedaan, zou ik niets tegen hem moeten zeggen. Ik zag zijn voet zich op de laatste rij plaatsen. Dit was mijn laatste kans. Nu of nooit.
“Het spijt me!”, riep ik tegen het theater. Ik was eerst niet zeker of hij het gehoord had, maar het bleef echoën , dus als hij het de eerste keer niet had gehoord, had hij het de 2de of 3de keer wel gehoord. Ik bleef trillen. ‘Zeg het nu! Nu je nog moed hebt!’, zei een stem in mijn hoofd. “Het spijt me dat ik zo gemeen was!”, tierde ik. Het voelde alsof ik net een marathon had gelopen, zo hard hijgde ik!
“Het spijt me dat ik je pestte!”, ging ik verder, “Het spijt me, oké? Het was nooit mijn bedoeling geweest om je te kwetsen! Echt waar! Ik wist zelfs niet eens dat het je zo hard zou kwetsen. Ik hoorde het pas achteraf en… ik was nog een kind. Een gemeen klein mormel weliswaar… Please, haat me niet! Of nee, weet gewoon dat het me spijt. Het spijt me oprecht…” Ik zag hem zich omdraaien. Het was echt al een lange tijd geleden. Hij was zo veranderd!
Ik staarde naar hem. Ik was aan het wachten op woorden die niet kwamen. Woorden die ik wou zeggen. Woorden die hij niet zei. Er was een verpletterende stilte die me nog schuldiger liet voelen. “Waarom zei je dat niet eerder?”, riep hij gefrustreerd. Ik keek naar de grond en lachte. Niet omdat het grappig was, maar omdat het zo duidelijk was. “Omdat ik een irritante bitch ben… en ik me te schuldig voelde. Het is niet alsof het zo makkelijk is om iemand die je hebt uitgescholden voor geen enkele reden en vernederend en… ik weet zelfs niet eens meer wat ik gedaan heb! Ik weet alleen dat het me spijt, dus alsjeblieft… onthoud dat. Onthoud dat het me spijt… Weet dat het me spijt en ik stom ben om dit niet eerder te zeggen omdat ik een bange bitch ben”, gilde ik. Het was alles wat ik wou zeggen.
Hij aarzelde. “Het is je vergeven”, zei hij. Dat was alles. Meer niet. Hij wandelde gewoon uit het theater. “Dank je!”, riep ik hem na. Hij stak zijn hand in de lucht als vaarwel. Ik zuchtte opgelucht. Dank je!
Hallo lilidh en welkom bij de
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol