# 62 Epidaurus
Het is vroeg in de avond als ik in het midden van het ronde theater van Epidaurus sta. Ik kijk omhoog en zie donkere wolken voorbij drijven. De hele dag lijkt het al alsof er ieder moment een fikse bui kan losbarsten. Het weer past bij de sfeer in het theater. Donker, grimmig en onvoorspelbaar. Mijn ogen glijden langs de zitplaatsen van het theater, totdat ze halt houden bij die ene persoon die helemaal bovenin zit. Ik knijp mijn ogen samen. Wat moet dat mens hier?
'Hi,' fluistert de vrouw. Het woord bereikt mij alsof ze het door een megafoon heen toetert. Ik schrik ervan en doe een stapje naar achteren.
Ze gaat staan. 'Volgens mij hebben wij het één en ander te bespreken.'
Ik krimp ineen. Ze heeft gelijk. Koppig als ik ben, negeer ik mijn gevoel en zeg: 'Ik zou niet weten wat.' Ik sla mijn armen over elkaar heen en kijk van haar weg.
De vrouw staat op en komt naar beneden. Ik blijf heel geïnteresseerd naar de oude stenen zitplaatsen om mij heen kijken, totdat ze voor mij staat. 'Je weet donders goed waarover we moeten praten. Je houdt ons ongelukkig!'
'Ik?! Nou wordt-ie helemaal mooi!' Ik kijk haar scherp aan. Het begint te waaien en ik probeer mijn boosheid te beheersen, maar het is te laat. De wind zwelt aan tot stormachtig. Mijn gekrijs en gevloek bereiken mijn gesprekspartner als een zacht gefluister. De woorden worden letterlijk door de wind weggeblazen.
Plots legt ze haar hand op mijn schouder en maakt een eind aan mijn tirade. Ze dwingt mij haar recht aan te kijken. 'Je kunt de wereld om ons heen wel de schuld blijven geven van het feit dat we ongelukkig zijn, maar zeg eens eerlijk: Vind je het geen tijd worden om het verleden los te laten? Uiteindelijk ben je zelf verantwoordelijk voor ons geluk. Vergeet de mensen die ons verdriet hebben gedaan. Je moet er niet in blijven hangen, daar is het leven veel te mooi voor. Vergeet de gevechten die ons niets hebben opgeleverd en accepteer ons nu eens zoals we zijn, verdomme!'
Ik ben een hele tijd stil en laat de woorden tot mij doordringen. Het begint te regenen. Eerst zacht, dan steeds harder. Mijn gedachten schieten heen en weer. De wind vermengt de regendruppels met de tranen die over mijn wangen glijden.
'Je hebt gelijk. Kun je mij vergeven?' vraag ik haar met tranen in mijn ogen.
'Het gaat er niet om dat ik je vergeef. Het gaat er om dat jij jezelf vergeeft. Kun je dat?'
Ik staar in de donkere ogen van de vrouw tegenover mij. Ze kijken vriendelijk en vergevingsgezind terug.
De regen neemt af en terwijl de wind gaat liggen en de maan het theater in de schijnwerpers zet, voel ik mij rustig worden.
'Ja, dat kan ik.'
Ik kijk mezelf aan en glimlach.
'Goedzo,' is het enige wat ik tegen mezelf zeg.
Dan sta ik alleen in het theater. Het enige wat ik nog zie, is mijn spiegelbeeld in een plas water. Ik glimlach nogmaals en loop verlicht het theater uit. Mijn spiegelbeeld kijkt mij tevreden na.
Een mooi innerlijke dialoog.
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
Oh ik snap nu ook waarom de
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Dag summerfehr, Beetje
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Dag summerpheer, bedankt voor
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Heel fantasierijk geschreven.
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
Mooi eenvoudig geschreven. Ik
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Hallo! Bedankt voor jullie
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol