Ik heb in mijn leven geen tafel in de wei gegooid. Ik kan mij niet herinneren ooit met iets gegooid te hebben. Wel heb ik in een ver verleden eens een zeer vervelend zoontje in de beek naast ons huis gekieperd. Hij zong direct vele toontjes lager en op familiefeestjes wordt deze anekdote met veel plezier uit de doeken gedaan! Of het de juiste manier van opvoeden was, laat ik in het midden.....hij was wel lekker afgekoeld. Ik ben geen engel en ik heb wel meer vreemde dingen gedaan, maar gooien en smijten zit er bij mij niet in. Toch heb ik ooit wel iets in de wei gesmeten. Namelijk woede, frustratie. Na een heftige woordenwisseling met een huisgenoot was ik op mijn fiets gestapt en peddelde ik als een bezetene over de slingerende fietspaadjes tussen de weiden en akkers. Ik schreeuwde mijn kwaadheid uit tegen de onschuldig herkauwende koeien en over het wuivende goudgele koren. Ik zal u niet vervelen met de scheldwoorden en verwensingen die ik uitte. Het was niet fraai dat kan ik verzekeren. Uiteindelijk was ik gekalmeerd. Ik had mijn hart gelucht en ik kwam thuis in een kalme stemming. De volgende ochtend kreeg ik het bewijs dat alles, maar dan ook alles energie is. Of je nu een tafel in de wei gooit of woede, je bent bezig met energie. Ik was destijds in het bezit van een kristallen bol, een echte waarzegstersbol. Een erfstuk. De bol stond op vier koperen pootjes in de vorm van een sfinx. In de bodem was een naam gegraveerd: Henriëtte. Ik heb er uren in die bol zitten staren, maar er gebeurde nooit iets. Maar toen op die bewuste ochtend, spatte de bol in gruzelementen uit elkaar. De scherven vlogen in het rond. Ik vertelde het voorval aan een vriend die net zoals ik, in het spirituele aspect van het leven, geïnteresseerd is. “Heb jij je misschien erg kwaad gemaakt?” vroeg hij. “Ja, nou en of! Gisteren heb ik mijn kwaadheid over de velden uitgeschreeuwd.” “Ah zo, wel dan heb je nu mogen ervaren dat wanneer je een zeer sterke negatieve energie loslaat, die bij je terugkeert. Het werkt als een boemerang! Doe het voortaan wat rustiger aan, hè!”