Schrijf waar je bang voor bent
Ik ben doodsbang voor mijn mond. Niet voor mijn mond als orgaan. Meer ben ik bang voor alle dingen die ik kan zeggen met mijn mond. Misschien is het eerlijker om te stellen dat ik bang ben voor dingen die ik zeg. Dus misschien de combinatie van mijn hersenen, mond, gevoel en mijn onbedwingbare drang om daarmee veel te directe uitspraken te doen.
Vanmorgen was het weer eens zover. Momenteel verkeren wij Nederlanders met z’n allen in diepe rouw om het neergehaalde vliegtuig. Zo ook mijn buurvrouw. Buurvrouw begon met tranen in haar ogen te verkondigen hoe overstuur ze is door het verschrikkelijke, noodlottige ongeval. Dat kan ik mezelf perfect voorstellen. Immers is het een waanzinnige voorstelling om te maken, een dierbare of zelfs dierbaren die plotseling op kwaadaardige manier uit je leven worden weggerukt.
Daarna duurde het maar even voordat ze allerlei uit de lucht gegrepen uitspraken begon te spuien over wie schuldig is aan deze misdaad en hoe de boel ‘ff aangepakt moet worden daar’. Al die dode Nederlanders, het is doodeng. Inmiddels was het in haar ogen (gelukkig) geen ongeval meer, maar een terreurdaad.
Mijn hoofd vloekte. Niet voor herhaling vatbaar. Kort samengevat was het iets als: Stop met praten, mond dicht houden, nu!
Uiteraard was dat niet wat ik tegen de buurvrouw zei. In het kader van oefenen in zelfbeheersing bleef ik beheerst. En de buurvrouw ging maar door over haar eigen gevoel bij deze verschrikkelijke tragedie. Ze praat schijnbaar graag in termen van verschrikkelijk.
Nadat de monoloog nog eens vijf minuten voortduurde kon ik het niet meer luisteren.
Woedend begon ik tegen haar op te sommen hoeveel ellende er bestaat in de wereld. Neem de Gazastrook, zie wat er gebeurt in de CAR, wat is er gaande in Irak? ‘Een topje van de ijsberg,’ sneerde ik tegen de buurvrouw. Vervolgens oreerde ik tegen haar dat wij Nederlanders een stelletje egoïstische idioten zijn, die het zelfs niet schuwen om de diepe ellende van een ander te misbruiken. Dat we niet allemaal moeten gaan zitten janken.
Nadat ik de buurvrouw volledig had afgebrand liep ik naar de supermarkt. Ik schaamde me verschrikkelijk voor mijn gedrag. En die schaamte is terecht.
Ik ben geworden wat ik nooit had willen worden. Een cynisch persoon. Iemand die andere mensen wil vertellen hoe het leven in elkaar zit. Wat we allemaal moeten doen en hoe we onszelf moeten uiten. Zelf doe ik ook niks van enig belang. En wat denk ik allemaal te weten? Eerlijk gezegd ben ik ook bang. Bang voor bijna alles. Tenslotte ben ik een verwend Nederlands meisje. Vanavond ga ik langs de buurvrouw. Ze krijgt mijn welgemeende excuses.
Hi Johanna, Je snijdt een
Lid sinds
11 jaar 11 maandenRol
Dapper Johanna, ja en
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Een moedig stuk Johanna. En
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dank jullie voor de reactie.
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Goed stuk: teveel zeggen en
Lid sinds
18 jaarRol
Johanna B Citaat: Stiekem
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Goed geschreven. Terwijl ik
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
@PetraO, Dank je. @
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Een herkenbaar stukje, ik
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol