Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

schrijfopdracht #8 - de vlucht

Hij verplaatste zijn voet langzaam naar een wortel van de boom waar hij onder gehurkt zat. De bladeren die langs zijn voet gleden maakten bijna geen geluid. Toch had hij het gevoel dat elk blad dat verschoof genoeg lawaai maakte om de wachters te waarschuwen. Zijn ervaring in het sluipen waren ongeëvenaard in de wereld van de mensen. De schimmen die hij met het schaarse licht zag waren echter geen mensen. In de verte hoorde hij een van de wezens de lucht opsnuiven en hij dankte de goden dat de wind van voren kwam. Hij plaatste zijn handen op de grond en spande zijn spieren. Dit was zijn enige mogelijkheid. Hij was achter de linie van deze onbekende vijand beland en het was onmogelijk gebleken ongemerkt langs hun voorste linie te komen. De snelle aanval die zij hadden ingezet had hun dorp in geen tijd vernietigd. Hij herinnerde zich hoe hij niets anders kon doen dan vanaf zijn hulpeloos vanaf zijn uitkijkpost toekijken hoe zijn dorp tot de grond gelijk werd gemaakt. Vervolgens hadden zij zich verspreid en hadden een aantal andere nederzettingen aangevallen. Hij kon nog steeds niet geloven wat hij had gezien. De vuurspuwende wezens waren zonder twijfel door een kwaadaardige god gestuurd Hij keek nog eens naar de situatie voor zich tussen de bomen. De dichte begroeiing liet maar een veilige weg toe om langs de wezens te rennen. Toen voelde hij het. Die vreemde prikkeling die hij eerder had gevoeld toen zijn dorp werd aangevallen. Hij haalde een paar keer diep adem. 'Als ík kon toveren...' was zijn laatste gedachte. Toen zette hij zich af en sprintte door het bos en hopelijk naar de vrijheid.

Lid sinds

10 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Een spannend verhaal inderdaad. Ik moest het echter met aandacht lezen want sommige zinnen lopen niet lekker, dat haalde mij helaas uit het verhaal. Misschien komt het ook wel omdat het in de voltooid verleden tijd is geschreven, dit kost meer woorden.
Hij was achter de linie van deze onbekende vijand beland en het was onmogelijk gebleken ongemerkt langs hun voorste linie te komen. De snelle aanval die zij hadden ingezet had hun dorp in geen tijd vernietigd. Hij herinnerde zich hoe hij niets anders kon doen dan vanaf zijn hulpeloos vanaf zijn uitkijkpost toekijken hoe zijn dorp tot de grond gelijk werd gemaakt. Vervolgens hadden zij zich verspreid en hadden een aantal andere nederzettingen aangevallen.
Hier stoort mij 2 x het woord linie. -Hadden het dorp in geen tijd vernietigd- moet zijn -in een mum van tijd- - vanaf zijn hulpeloos vanaf zijn uitkijkpost- 1 vanaf teveel - tot de grond gelijk gemaakt- moet zijn -met de grond gelijk gemaakt- Jij hebt mij ook nieuwsgierig gemaakt naar hoe het afloopt!