Gebruik bezittelijk vnw
Hoe een teveel aan bezittelijke voornaamwoorden vermijden?
Ik heb opeenvolgende zinnen met verwijzing naar 'haar' lichaam, nek, rug, enz ... Om de bezitsvorm niet altijd uit te spreken, maak ik soms gebruik van 'de'. Er komt geen tweede persoon voor in de alinea, dus is er geen sprake van misverstanden. Eerder - in andere teksten, weekopdrachten - heb ik dit ook al op deze manier opgelost. Reacties daarop kreeg ik niet, of ik herinner me ze niet. Bijgevolg ben ik op op die weg verder gegaan als het geval zich voordeed.
Vb:
[ ... ontlokte haar een kreun, haar lichaam kromp in elkaar. Haren, klam en krullend, kriebelden haar nek, en waar haar trui omhoog was geschoven, had de zeewind vrij spel op haar rug. .....
... De uitputting liet zich echter voelen en ze viel op de knieën.]
Hoe denken jullie hierover? Kan 'haar' of 'zijn' probleemloos vervangen worden door 'de'?
(Dat 'haar lichaam' in bovenstaand kan vervangen worden door 'ze' is de (beste?) optie. Blijft het probleem gelijkaardig als te veel 'ze' voorkomt.)
Citaat: Hoe denken jullie
Lid sinds
14 jaar 1 maandRol
marlie, Je vraag is een
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Dank Diana en Jan, voor
Lid sinds
9 jaar 1 maandRol