Lid sinds

19 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fictie in een column

4 januari 2007 - 2:39

Goedenacht allemaal, en nog de beste wensen!

Ondine vroeg zich in het topic 'schrijfwedstrijd' af hoe ver je kunt gaan met het gebruiken van fictie in een column. Ik vind dat wel een interessant vraagstuk en heb me er es in verdiept. Het is alleen nogal een ellenlang betoog geworden, vandaar dat ik er een apart topic van maak om het wedstrijdtopic niet teveel te vervuilen..

Komt ie dus:

Ik heb het even opgegoogled en ben tot de volgende conclusie gekomen: ik heb besloten onderscheid te maken tussen cursiefjes en columns. Dat onderscheid wordt tegenwoordig nooit meer gemaakt omdat alles nu onder de noemer column valt, maar van oorsprong is er wel degelijk verschil. Cursiefjes (wikipedia: een deels verhalend, deels beschouwend prozastukje in een dag- of weekblad over een verschijnsel of voorval uit het alledaagse leven, dat scherp wordt geobserveerd en met humor wordt belicht) kun je volgens mij best verzinnen, zolang je er niemand mee schaadt en er niet te ver in doorschiet waardoor het misleidend wordt.

(Zie ook deze wedstrijdlink over het verzinnen van cursiefjes: http://www.hetvolk.be/Article/Detail.aspx?articleid=GQL13TOSA )

Martin Bril schrijft eigenlijk ook cursiefjes, of, zoals de Volkskrant het zelf laatst beschreef: 'terloopse observaties'. Ik zou me ook wel kunnen indenken dat de voorvallen en observaties waar Bril over schrijft, niet allemaal 100% waarheidsgetrouw zijn. Een kern van waarheid zal er vast inzitten, want de man moet toch ergens zijn inspiratie vandaan halen. Maar het zou me niet verbazen als hij door die kern van waarheid op ideeën wordt gebracht die uiteindelijk leiden tot een ander verhaal dan de werkelijke ervaring. Zjors opperde ook al iets in die trant, ik kan me daar wel wat bij voorstellen. En ik zou Bril er als persoon niet minder geloofwaardig om vinden, want verder blijft hij dicht bij zijn eigen persoon. Zijn columns zijn een soort dagboekstukjes die je ook tegenkomt op weblogs - ook die kunnen geromantiseerd zijn, of zelfs helemaal verzonnen. Maar ze zouden ook zomaar waargebeurd kunnen zijn. Eigenlijk maakt dat in dit genre weinig uit. Het is vermakelijk om te lezen, het kan je even tot nadenken aanzetten of een glimlach op je gezicht toveren, en daar gaat het om. Niemand wordt daarmee geschaad, omdat het geen gevoelige onderwerpen betreft en de mensen die erin voorkomen niet herkenbaar worden geportretteerd. Het zijn vaak willekeurige voorbijgangers, anonieme personen, of mensen uit je eigen privé-omgeving, die bovendien geen controversiele handelingen of uitspraken krijgen toebedacht.
Ik weet de officiële regels niet, maar ik zou denken: zolang de vruchten van je fantasie niet mogelijkerwijs kunnen leiden tot een aanklacht wegens smaad, zit je veilig met een verzonnen cursiefje ;-)

Behálve, en daar komt het grijze gebied: als je je als heel iemand anders voordoet of wezenlijke onderdelen van je leven compleet verzint, waardoor je je andere ik een expertise toedicht die je helemaal niet bezit - dat vind ik weer te ver gaan. Schrijven onder pseudoniem kan prima, maar lezers gaan er toch altijd vanuit dat je je persoonlijke mening beschrijft en ze gaan daarbij uit van de context: als je juf bent op een Arabische school, kun je prima over belevenissen op die school schrijven omdat je het in context kunt zien: je bent ervaringsdeskundige. Je kunt belevenissen dan zelfs verzinnen, zolang het in de luchtige en veilige stijl van de cursiefjes blijft. Worden het maatschappelijk gevoelige stukjes- en dat worden het al gauw in zo'n situatie - dan overschrijdt het 't genre volgens mij en val je weer onder de categorie maatschappelijke columns (zie onder): dan ben je aan een zekere mate van journalistieke integriteit gebonden. Of het valt, als je het in 't belachelijke trekt, onder satire, en dan kan het weer wel.

Maar je kunt je naar mijn mening dus niet vóórdoen als juf op een Arabische school, dan óók nog eens die belevenissen verzinnen en ze als waargebeurd opschrijven. Dat vind ik misleidend: lezers verwachten een columniste die weet waar ze over praat, die een realistische weergave geeft van het reilen en zeilen op een Arabische school en vanwege haar positie en observaties een gefundeerde mening kan verkondigen. Ook al zijn belevenissen misschien (deels) verzonnen: het had zomaar waar kunnen zijn omdat je het soort voorvallen regelmatig meemaakt als juf op een Arabische school. Die context valt natuurlijk weg als je helemaal niet die juf blijkt te zijn, in het echte leven daar zelfs helemaal niet mee te maken hebt. Dan worden de stukjes waarschijnlijk beschouwd als stemmingmakerij, misschien zelfs als oproepen tot rassendiscriminatie. Je voordoen als vroedvrouw in columns vind ik ook over de grens, maar afhankelijk van de inhoud van de stukjes minder controversieel. (Vind het ook onzinnig dat de Volkskrant zou hebben verkondigd dat mensen hadden kunnen weten dat alles fictie was, alleen omdat er 'column' boven stond. Kan het me nauwelijks voorstellen, het lijkt me nogal beledigend voor de journalistiek columnisten van die krant).

Ook columnisten hebben mijns inziens bepaalde verplichtingen naar hun lezers toe. Als vaste columnist is het per definitie de bedoeling dat je een band opbouwt met je lezers door met een herkenbare stijl, een vooraf vastgestelde context en met een vaste regelmaat, gefundeerd maar subjectief commentaar te geven op de gebeurtenissen om je heen. Of dat nu je privéleven betreft, je ervaringen met kinderen, je werk als politiek verslaggever, je eigen filosofiën, ontwikkelingen op medisch gebied, de actualiteiten of terloopse observaties, dat maakt niet uit. Lezers moeten weten hoe ze je commentaren moeten inschatten, je bent ze dus wel een kern van waarheid verplicht. Een column van een politiek correspondent in Israël over de onrust in het Midden-Oosten, lees ik heel anders dan een column over hetzelfde onderwerp van de hand van mijn buurmeisje, om een voorbeeld te noemen.

Kortom, details en alledaagse voorvallen, zelfs een alter ego die niet te ver afwijkt van je eigen belevingswereld/ expertise, kun je volgens mij prima verzinnen in cursiefjes/ persoonlijke columns, maar dwaal niet te ver af van de waarheid. Hoewel, er is ook op die regel een uitzondering mogelijk: als je een lachwekkend en shockerend typetje verzint à la Borat of Ali G. en vanuit dat typetje (dat overduidelijk een verzonnen personage is) satirische columns schrijft. Dan heb je een vrijbrief om te verzinnen wat je wilt! In satire is volgens mij bijna alles toegestaan (kijk maar naar de Jakhalzen van De Wereld Draait Door), omdat iedereen duidelijk is dat er geen realistische weergave van de werkelijkheid wordt gegeven.

Bij de meer serieuze, opiniërende columns wordt meer dan een kern van waarheid verwacht: die zijn beschouwender van aard en over het algemeen maatschappelijk/ politiek getint, aan de actualiteit gerelateerd of ze gaan over herkenbare personen/ bedrijven/ producten/ een specifiek onderwerp waarin de columnist als expert wordt aangemerkt. Als je in een dergelijke column iets als een vaststaand gegeven presenteert, moet het uiteraard feitelijk juist zijn. Speculeren over nog niet vaststaande feiten mag weer wel, maar het moet duidelijk zijn dat het speculatie betreft.

Dit zegt de Raad van Journalistiek over columns:

In eerdere uitspraken heeft de Raad te kennen gegeven dat aan columnisten een grote vrijheid toekomt om hun persoonlijke mening te geven over gebeurtenissen of personen, waarbij stijlmiddelen als overdrijven, chargeren en bewust eenzijdig belichten geoorloofd zijn, zij zich stellig mogen uitdrukken en desgewenst scheldwoorden mogen bezigen. De column is een journalistiek genre waar meer mag dan in andere journalistieke genres. Dat is op zichzelf waardevol. Maar ook de vrijheid van de columnist kent haar grenzen. Enerzijds worden die bepaald door de wet, zodat bijvoorbeeld het oproepen tot rassendiscriminatie en vreemdelingenhaat ontoelaatbaar is.
Anderzijds worden die bepaald door wat, gegeven de journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Van overschrijding van deze grenzen is sprake wanneer columnisten bij het uiten van hun persoonlijke mening over personen kwalificaties bezigen of vergelijkingen trekken waartoe de feiten in redelijkheid geen aanleiding geven.
...
Bovendien heeft een columnist, zoals de Raad eerder heeft overwogen, de vrijheid om over feiten te speculeren als die (nog) niet onomstotelijk vaststaan.

Bron: http://www.rvdj.nl/2006/84
Zie ook een andere, gerelateerde uitspraak van de Raad: http://www.rvdj.nl/2001/5

Kort gezegd zie ik het zo: een cursiefje (in mijn ogen dus een dagboekachtig stukje proza over relatief onbeduidende alledaagse voorvallen), is wat mij betreft vooral een literair genre waarin fictie tot op zekere hoogte geoorloofd is, terwijl columns in eerste instantie onder het journalistieke genre vallen. Wel van het soort waarin speculatie is toegestaan, net als overdrijven en chargeren - en waarbij subjectiviteit centraal staat, maar toch: gebonden aan journalistieke codes, dus feiten als zodanig weergegeven, moeten kloppen.

Ik geef toe, het is soms een wat grijs gebied en het is ook geen exacte wetenschap, noch is er een hele duidelijke scheiding tussen wat als een cursiefje gezien kan worden en wat duidelijk onder de noemer 'column' valt, maar dit is hoe ik de regels voor het gebruik van fictie in columns interpreteer. En dat doe ik vanuit mijn standpunt als persoonlijke stukjesschrijfster zowel als die van persvoorlichtster die De Leugen Regeert niet schuwt om grove feitelijke onjuistheden in een column aan de kaak te stellen, ha ha. Je zou dus kunnen zeggen dat dit stukje al net zo subjectief is als een column: gebaseerd op waarnemingen, interpretaties en door officiële bronnen ondersteunde feiten, maar bovenal gelardeerd met mijn persoonlijke en gedeeltelijk professionele mening. Wellicht ben je het pertinent met me oneens, mogelijk doet het niks voor je, vermoedelijk heb ik de werkelijkheid wel erg eenzijdig weergegeven en ook nog eens flink gechargeerd, en misschien, heel misschien, kun je er wat mee :-)

Groetjes,
Clue

PS (de uitsmijter): ik weet niet onder welke categorie jouw verzonnen column valt, Ondine, maar voor een wedstrijd maakt het volgens mij niet veel uit. Dan kan alles! Ik zou de column dus wel gewoon insturen voor de wedstrijd, maar erbij vermelden dat het geschreven is vanuit je personage/ alter ego/ alias/ typetje/ andere ik, hoe je het ook noemt.

PS2: Misschien leuk, een citaat van Martin Bril over inspiratie op zijn site, uit een interview door Louis Stiller:

‘Ik geloof niet in inspiratie. Ik geloof in het overtikken van het telefoonboek. Als je niet weet wat je moet schrijven, is dat het beste begin. Je komt vanzelf een naam tegen die een belletje laat rinkelen, in je hoofd, in je verbeelding. Tegelijkertijd geloof ik natuurlijk ook weer wel in inspiratie, maar het is niet zaligmakend. Het is erg betrekkelijk. In mijn geval is het zo dat ik graag over niets schrijf, over de wind, of over een bh die toevallig op straat ligt, maar het is vaak makkelijker om ergens naartoe te gaan, een onderwerp op te zoeken; een vergadering van de tweede kamer, een rechtszaak, een persconferentie. Zo’n stukje schrijft zichzelf dan. Inspiratie is voor een ander deel: openstaan. De wereld met open vizier tegemoet treden. Je moet het durven je te laten raken, door dingen waarvan je van te voren niet wist dat ze je zouden raken. Uit het dagelijks leven komt alles wat ik schrijf. Inspiratie is ook: ontspanning, zelfvertrouwen. Niet in paniek raken; ! het goede komt toch wel, de juiste zinnen liggen om de hoek. Ze staan op het punt uit de duisternis te treden. Wachten, jagen, nooit verzaken.

Lid sinds

19 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 januari 2007 - 3:15

Oh. Ha ha. Ik moet mezelf al zo ongeveer rectificeren, want onderzoeksfreak als ik ben, kwam ik onderstaande quotes van Martin Bril net tegen in een ander interview met de beste man:

Doe je research voor je columns?

‘Ja, meestal vraag ik van tevoren een mapje op bij de documentatieafdeling van de krant. Ik haat het als de feiten niet kloppen. Zelfs als ik over een brug schrijf, of over een spoorwegovergang of over een weiland. Als er feiten in mijn stukken voorkomen, mag je ervan uitgaan dat ze juist zijn. Als ik schrijf dat ik gisteren iemand op straat zag huilen, was dat ook gisteren en niet eergisteren.’

Iets verzinnen is uit den boze?

‘Ja. Je kunt ook niet over bestaande figuren fantaseren. Je kunt ze geen dingen laten denken die ze niet denken en je kunt ze geen dingen laten zeggen die ze niet hebben gezegd. Het enige wat je kunt doen, is dingen aan die mensen waarnemen die zijzelf en anderen nog niet hebben waargenomen.’

Ben jij als schrijver op zoek naar de waarheid?

‘Absoluut. Het is voor mij van essentieel belang dat de observaties die ik doe, waar zijn. Als ik aan iemand een eigenaardigheid ontdek, en ik schrijf daarover, dan moet de observatie kloppen. Ze moet in essentie waar zijn.’

Maar wat voor jou waar is, is dat toch niet voor iedereen?

‘Jawel, dat denk ik wel. Ik doe een observatie, maar door hem op te schrijven maak ik hem waar en algemeen geldig. Over Wouter Bos heb ik bijvoorbeeld eens geschreven dat hij zó graag onder de mensen is, dat hij eigenlijk het liefst de hele dag met een tank vol warme chocolademelk door de binnenstad van Tilburg loopt. Een goede schrijver kan zo’n observatie zo verwoorden dat ze waar wordt. Maar alleen als de observatie juist is, en zijn intenties positief zijn. Het klinkt wollig, maar goed schrijven is op de een of andere manier altijd positief. Schrijvers als E.B. White en Joseph Mitchell gingen in de kern altijd uit van het goede. Wie met een negatieve instelling schrijft, plaatst zichzelf tussen het stuk en de lezer. Goed schrijven is als glas: je zit er zelf niet in, je intuïtie klopt en het schrijven bewijst dat het klopt.’

Mensen vinden dus nooit dat je er maar op los kletst?

‘Dat lijkt me sterk. Dat lijkt me bijzonder sterk. Nee, dat denk ik niet nee. Als ik het echt heel goed opschrijf, dan kun je dat niet denken. Wouter Bos vindt het bijvoorbeeld ook helemaal niet leuk wat ik over hem schrijf. Dat is wel een teken dat ik op het juiste spoor zit.’

Dus met een uitspraak als “We liegen de waarheid” van Martin van Amerongen kun jij weinig?

‘Typische Van Amerongen-uitspraak... Nee, ik ben alweer eens met E.B. White, die zei dat je als schrijver niet kunt liegen. Als puntje bij paaltje komt, is het ware werk niet gelogen. Dat kan niet, dat pikken mensen niet. Zeker niet in ons vak, al denk ik dat voor fictie hetzelfde geldt.’

bron: http://www.martinbril.nl/archief/2006/11/een_goed_gespre.html

Lid sinds

18 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 januari 2007 - 3:27

Mooi relaas, Clueless. Heb hier en daar nog wel enkele opmerkingen, want mijn oh zo heilige mening strijkt niet helemaal met de jouwe, helaas ontbreekt de tijd me, en ik de tijd, maar het was wel een erg leuke tekst. Misschien iets voor Blanco Regel, mits wat extra structuur?

Groet,

Lid sinds

19 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 januari 2007 - 11:10

Dank je Clueless, voor het uitzoekwerk. Ik beloof beterschap: zal de volgende keer wanneer ik een column schrijf de lezer minder liegen en bedriegen... :lol:

Lid sinds

18 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 januari 2007 - 13:20

Jeetje Clueless, wat een werk heb je ervan gemaakt.
Moet zo weg, maar ga het morgen eens op mijn gemakje bekijken.
Echt gaaf hoor!

Lid sinds

19 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 januari 2007 - 14:31

Petje af Clue! Gaaf stuk.

En ik noem mijn columns voortaan cursiefjes. Dan kom ik niet in aanraking met de 'Cluepolitie' :lol: