#588 Santé

‘Wat zie je er sip uit, is er een probleem?
’Je raadt het nooit, SOL houdt op met de weekopdrachten.’
‘Wat? Heb ik me negen jaar voor niks uitgesloofd?’
‘Tja, we hebben het er toch meer dan eens over gehad, dat dit fout ging lopen.’
‘En dan die extra inspanning die ik de laatste jaren moest leveren voor dat alter ego van je waarvan niemand het bestaan mocht weten.’
‘Zwijg maar voor je alles verraadt.’
‘Ok, zeg, is dat bloemkool dat ik ruik of zijn het spruitjes? Wat een penetrante geur is dat.’
‘Ga je het nu hebben over wat je ruikt?’
‘Waarom niet? Opsnuiven of proeven, heerlijk! Weet je nog dat voorval met die witte wijn die je jaren geleden uit de Languedoc meebracht? Vertel dat nog eens.’
‘Dat is vijfendertig jaar geleden, maar goed, als ik je er een plezier mee doe. In die tijd kon je slechts een beperkt aantal van bepaalde producten invoeren. Alcohol was er één van. Ik had twaalf flessen meegenomen van een heerlijk fris wit wijntje.’
‘Je beschreef het toen als eentje waarvan het lijkt of er een engeltje op je tong piest.‘  
‘Precies. Ik wilde het graag in beperkte kring met anderen delen, maar op het lentefeest van mijn dochter waren er teveel genodigden.’
‘Er was toch iets met een zekere Marie-Jeanne?’
‘Voor het feestje was ik totaal vergeten andere witte wijn in te slaan en ben ik in zeven haasten naar de supermarkt gereden waar ik twee grote Marie-Jeannes  flessen Italiaanse wijn kocht. Het is doodzonde, maar om hem fris te krijgen voor de gasten toekwamen had ik één fles in het diepvriesvak gelegd.  Met de eerste vriend die toekwam proefde ik de wijn. Hij spuwde het spul meteen uit, het was ondrinkbaar. Ik heb de stop weer op de fles gezet en de Italiaanse bucht de volgende dag terug naar de winkel gebracht.’
‘Wat hebben jullie dan gedronken ?’
‘Wat dacht je, mijn geliefkoosd wijntje uit Frankrijk, natuurlijk. Er bleef verdomme geen druppel meer over van mijn twaalf flessen.’
‘Haha, kijk, dat vond ik altijd zo goed. Jij, die terugdacht aan iets en ik die ervoor zorgde dat je het netjes op papier kon zetten.’
‘Als muze verdien je het om wel eens in de bloemetjes te worden gezet.’
‘Mogen het dan meiklokjes zijn? Dat is mijn favoriete geur of het aroma van fresia’s in de vroege lente. Als je het hebt over het bouquet van wijnen, beland je trouwens snel bij de geuren van bloemen: zoet, fruitig, kruidig of muskusachtig.‘
‘Je doet me het water in de mond krijgen. Allee, ik schenk wat uit. Zet je schrap voor onze laatste weekopdracht.’