#580 Ik ben de Draak van ...

Ik ben de draak van …

Mijn verhaal begint in de vroege middeleeuwen. Ik was de draak van de drakkar van koning Magnus Barrevoets, koning van Noorwegen. Het fiere boegbeeld dat onze vijanden schrik aanjaagde omdat ze dachten dat ik een zeemonster was.

Magnus krijgt uiteindelijk drie zonen, Olef, Øysteun en Sigurd. Sigurd volgde al als jonge knaap zijn vader op vele tochten. Tot Magnus bij de verovering van Ierland om het leven kwam. En dus ging Sigurd terug naar Noorwegen waar hij tot koning werd gekroond samen met zijn broers.

Jaren later vertrok Sigurd op Kruistocht. En zo belandde ik uiteindelijk in Constantinopel.

Ik was daar omdat Sigurd was ontvangen als koning door de keizer van Constantinopel. Sigurd werd daar zo goed ontvangen dat hij mij als dank voor de goede ontvangst schonk aan de Keizer.

De Keizer liet mij prompt op de Aya Sophia plaatsen als pronkstuk. En zo keek ik vele jaren uit over Constantinopel. Totdat Constantinopel werd ingenomen door kruisvaders. Een van hun leiders was Boudewijn IX van Vlaanderen. Hij werd toen verkozen tot Keizer Boudewijn I van het Latijnse Keizerrijk.

Op zijn bevel werd ik van de Aya Sophia gehaald en geschonken aan het stadje Biervliet, als beloning voor getoonde moed in de strijd. En zo bevond ik mij nu in de regio gekend als Zeeuws-Vlaanderen.

Echter, gedurende de periode gekend als de Gentse Opstand werd Biervliet ingenomen. Zo veranderde ik weer van plaats en kwam nu in Brugse handen terecht. Daar werd ik op de St.-Donaatskerk geplaatst en keek nu gedurende een lange tijd uit over de stad Brugge.

Echter, de Gentenaars hadden wraak gezworen voor wat gebeurd was tijdens de kruistocht met Boudewijn IX van Vlaanderen. De Gentenaars hadden samen met de Bruggelingen Constantinopel belegerd. En het verhaal gaat dat de Bruggelingen de koningsdochter Blanca hadden opgesloten en met een list samen met haar naar het Avondland waren vertrokken. En de Gentenaars ginder achterlieten.

Het duurde echter tot Filips van Artevelde de leiding van de stad Gent op zich nam dat men Brugge kon verslaan. En zo veranderde ik weer van plaats en werd in triomf naar Gent gedragen.

In Gent werd ik op de top van het Belfort geplaatst en keek dus nu uit over de Gentse daken. En dat doe ik nu nog steeds.